bakkerswinkel


bakkerswinkel 1.0

winkel waar brood (en vaak ook banket) verkocht wordt; winkel waar men brood (en vaak ook banket) kan kopen; bakkerij; bakkerszaak

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een bakkerswinkel…

is een winkel

  • [Toepassingsgebied of bereik] betreft een winkel waar brood en vaak ook banket verkocht wordt

    Hoofdsemagram: winkel


    Algemene voorbeelden


    De rijkste van de klas was de dochter van een kleine textielfabrikant uit een dorp, en de armste de zoon van een bejaarde bakker, met een jonge Duitse moeder uit Berlijn, die met veel zorgen de kleine bakkerswinkel dreef.

    De Hunnen. Dl. 3: Vrede, Jan Cremer,

    De Romeinen kenden al tientallen broodsoorten die in de bakkerswinkels werd verkocht.

    http://www.bakkerijhansdemeulemeester.be/historiek%20van%20de%20bakkerij/historiek_van_de_bakkerij.htm

    Combinatiemogelijkheden


    met adjectief ervoor


    • een joodse bakkerswinkel

    Pas dan merkt Karel dat zij de etalage verbrijzeld hebben van een joodse bakkerswinkel.

    Emily Beyns, of Het heilig zwijgen. Dl. 1: Verwanten, Clem Schouwenaars,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    bakkerswinkel 1.1

    gebouw waarin een bakkerswinkel gevestigd is

    Betekenisbetrekking


    metonymie
    Betrokken betekenissen 1.0 : 1.1

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een bakkerswinkel…

    is een gebouw

        Algemene voorbeelden


        Een lange rij mensen wachtte voor de bakkerswinkel.

        De Hunnen. Dl. 2: Bevrijding, Jan Cremer,

        Toen ik een bakkerswinkel passeerde liep het water mij alweer in de mond.

        De meidenziekte, Tom Pauka,

        Woordfamilie


        Als deel van een afleiding