landschapschilder


landschapschilder 1.0

(kunst en architectuur)

kunstschilder die zich gespecialiseerd heeft in het schilderen van landschappen, voor zijn beroep of uit liefhebberij

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een landschapschilder…

is een schilder; is een persoon

  • [Activiteit of handeling] schildert vooral landschappen
  • [Oorzaak, reden of aanleiding] schildert voor zijn beroep of uit liefhebberij

    Algemene voorbeelden


    De omgeving van Haarlem was in de 17e-eeuw een dankbare inspiratiebron voor landschapschilders als Jacob van Ruisdael.

    http://www.staatsbosbeheer.nl/

    Veel landschapschilders zijn met hart en ziel gehecht aan het landschap in hun omgeving.

    Meppeler Courant,

    Bultje is beïnvloed door de 17e eeuwse landschapschilders als Cuyp en van Berchem.

    Meppeler Courant,

    Aan eigendunk ontbreekt het de vijfentwintigjarige Verelst niet. In zijn eerste Londense jaar - hij werkt nog als assistent voor landschapschilder Jan Looten - durft hij al zeventig pond te vragen voor een bloemstukje.

    NRC,

    Rubens begon zijn onderschildering, de zogenaamde 'doodverf', pas nadat de Brusselse landschapschilder Pieter Snayers, befaamd om zijn gevechtscènes, de achtergrondpartij voltooide.

    http://museum.antwerpen.be/rubenshuis/rubens3.html

    Mesdag was geïntrigeerd door de School van Barbizon, de vernieuwende landschapschilders van omstreeks 1830 die de natuur zo direct mogelijk wilden vastleggen en daarom veelal in de open lucht werkten.

    De Standaard,

    De oudste zoon van de landschapschilder Giovanni Giacometti beschikte over een virtuoze techniek maar realisatie van het onderwerp volgens de regels van de figuratieve kunst strookte niet met zijn perceptie van de werkelijkheid.

    NRC,

    Aan werk van Jan van Goyen is geen gebrek. Geen kunstbeurs of er is wel een schilderij van hem te koop. Daarom was het zaak een selectie van hoogtepunten samen te stellen. De samenstellers van de tentoonstelling hebben daar een gelukkige hand in gehad, evenals in de keuze van de medewerkers voor de catalogus. Beide geven een duidelijk beeld van de veelzijdigheid van de al bij zijn leven toonaangevende landschapschilder uit Leiden.

    De Standaard,

    In het eerste deel van de Letters of Edward Lear, uitgegeven door lady Strachey in 1907, staat een bijdrage van Henry Strachey waarin hij Lear plaatst tussen de negentiende-eeuwse landschapschilders Turner, Martin en Danby.

    Alles moet over, Carel Peeters,