schilderes


schilderes 1.0

vrouw die de schilderkunst beoefent, voor haar beroep of uit liefhebberij

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een schilderes…

is een persoon

  • [Geslacht] is een vrouw

    Algemene voorbeelden


    De schilderijen van de 40-jarige schilderes uit Wanneperveen die in 1982 afstudeerde aan de kunstacademie van Den Haag, zijn in de eerste plaats schilderkunstige expedities.

    Meppeler Courant,

    Dat de schilderes zo goed slaagde moet mede daaraan hebben gelegen dat schilderes en geschilderde een grote waardering voor elkaar hadden gekregen.

    http://www.strw.leidenuniv.nl/vdhulst_n.html,

    Combinatiemogelijkheden


    met adjectief ervoor


    • een groot schilderes
    • een grote schilderes

    Haar (thans obscure) leermeesters als Tony Robert Fleury en Jules Bastien-Lepage prezen haar en bijna tot haar laatste snik heeft ze de illusie niet laten varen eenmaal een zeer groot schilderes te zullen worden.

    Klaas kwam niet, W.F. Hermans,

    Als puber dacht ik een grote schilderes te worden en zat ik dikwijls weg te dromen, op zoek naar de zin van het leven.

    http://blog.seniorennet.be/vera/archief.php?ID=716

    Woordfamilie


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen