sigarenboer


sigarenboer 1.0

iemand die voor zijn beroep handelt in rookwaar als sigaren, sigaretten e.d., maar ook in andere artikelen, zoals tijdschriften, puzzelboekjes, kranten enz.; iemand die voor zijn beroep een sigarenwinkel uitbaat; eigenaar van een sigarenzaak; sigarenwinkelier

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een sigarenboer…

is een winkelier; is een persoon

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is meestal de eigenaar van een sigarenzaak, een sigarenwinkel
  • [Activiteit of handeling] handelt in sigaren en andere rookwaar, maar daarnaast ook in andere artikelen, zoals kranten, tijdschriften, puzzelboekjes, cd's enz.

    Hoofdsemagram: -boer


    Algemene voorbeelden


    WAO'ers en voetballers die ooit sigarenboer werden omdat het zo'n makkelijk vak was moeten nu een visie ontwikkelen om te overleven.

    NRC,

    De aanwezigheid van prestigieuze winkels drijft de prijzen op. De sigarenboer hoor je niet klagen. De komst van een DKNY-winkel [...] in Amstelveen was kassa voor de overbuurman. "Die kreeg 3,5 miljoen gulden voor zijn tabakszaak van driehonderd vierkante meter."

    De Limburger,

    "De term sigarenboer mag wat ons betreft de wereld uit. Wij zijn tabaksondernemers."

    NRC,

    Moge er, waar je nu bent, veel te drinken zijn, en ik hoop ook dat ze er van die sigaren hebben die, toen je nog leefde, speciaal en uitsluitend voor jou door de sigarenboer in voorraad moesten worden gehouden.

    Winterlicht. Een vergeetboek, Jeroen Brouwers,

    Als de door het 'paarse' kabinet aangekondigde herziening van de Winkelsluitingswet het tempo van eerdere aanpassingen volgt, hoeven de kleine kruideniers, slagers en sigarenboeren zich pas rond de eeuwwisseling zorgen te gaan maken.

    NRC,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    sigarenboer 1.1

    gebouw van een sigarenwinkel; winkel van een sigarenboer; pand waarin een sigarenwinkel gevestigd in; sigarenwinkel; sigarenzaak

    Betekenisbetrekking


    metonymie
    Betrokken betekenissen 1.0 : 1.1

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een sigarenboer…

    is een winkel; is een gebouw

        Algemene voorbeelden


        Alle verhalen komen samen in de winkel van een van de beroemdste voorbeelden van de klassieke sigarenboer, gevestigd in de Haarlemmerstraat te Amsterdam. De foto van het eerste van Ajax aan de muur verwijst naar het glorieuze voetbalverleden van Benny Muller. "Ik ben de zaak begonnen, omdat je als semi-prof geen zekere financiële toekomst bij elkaar kon voetballen", vertelt Muller.

        NRC,

        Er is alleen in de loop van de jaren heel veel veranderd. Niet te tillen bandrecorders werden vervangen door lichte cassetterecorders en prompt lagen begin jaren zestig de doosjes met de top-10 van de maand op de toonbank bij de sigarenboer.

        Leidsch Dagblad,

        "Waarom tussen de rookwaar bij de sigarenboer niet ook kiezen uit zestig of zeventig soorten wiet?", zegt De Vlieger.

        Haagsche Courant,

        Elke twee weken haalde ze een stapel blaadjes voor hem bij de sigarenboer: puzzelboekjes, westerns, smoezelige pornoblaadjes.

        Lisa's adem, Karel Glastra van Loon,

        Combinatiemogelijkheden


        met voorzetselgroep


        Voorzetsel: om

        • de sigarenboer om de hoek

        Hoe normaal nieuwe-mediakunst is blijkt uit het feit dat screensavers van bijvoorbeeld Peter Luining voorgesteld worden als kunst in de Libelle onder de computerbladen, Computer-idee ([...] fl 3,25 bij de sigarenboer om de hoek).

        http://www.xs4all.nl/~ariealt/djcultuur.html,

        Voorzetsel: op

        • de sigarenboer op de hoek

        Als deze foto op de cover zou komen, zou ik het blad niet durven aanschaffen zonder bang te zijn voor notoir rukker versleten te worden. 'Maar dat was onzin, besloot ik, want die ene keer dat de Upper Ten eerder in de verkoop had gelegen dan hij op de redactie voorradig was geweest, had ik Heleen gebeld om er een voor me aan te schaffen, in plaats van gewoon zelf naar de sigarenboer op de hoek te lopen.'

        Nette mensen in een nieuwe tijd, Hans van der Kamp,

        Woordfamilie


        Als deel van een afleiding