buitenseizoen


buitenseizoen 1.0

(sport en recreatie; politiek en bestuur)

jaarlijks terugkerende periode met gunstiger weersomstandigheden waarin een sport buiten in de openlucht wordt beoefend

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een buitenseizoen…

is een seizoen; is een periode; is een tijd

  • [Plaats] vindt buiten plaats in de openlucht
  • [Tijd] vindt plaats in de maanden met betere weersomstandigheden, vaak tussen tijdstippen die volgens officiële afspraak zijn vastgelegd binnen een sportdiscipline
  • [Object betroffen] heeft betrekking op wedstrijden en trainingen van een sport

    Algemene voorbeelden


    Handbal is een teamsport. Er wordt gespeeld in competitieverband, in een buiten- en een binnenseizoen. Het buitenseizoen is van begin september t/m eind oktober en van half maart t/m eind mei. Er wordt dan gespeeld en getraind op het handbalveld op het sportcomplex in Nieuwe Niedorp. Het binnenseizoen is van half oktober t/m half maart. In deze periode wordt er getraind en worden de thuiswedstrijden gespeeld in de Niedorphal.

    http://www.hvniedorp.nl/pdf/Inschrijfformulier%20nieuw.pdf

    Het draait in atletiek natuurlijk allemaal om het buitenseizoen. Indoor is meer training.

    NRC,

    Ik loop hier veel wedstrijden. Cross-country en de 800 en 1.500 meter, zowel in het binnen- als buitenseizoen.

    NRC,

    Het tenniscircus verplaatst zich komende week naar Amerika, waar in Californië (Indian Wells) en in Florida (Key Biscane) het buitenseizoen begint.

    NRC,

    Ruiters en paarden troffen het zaterdag tijdens het concours hippique [...]. Het weer was dit keer eens geen spelbreker tijdens de traditionele afsluiting van het buitenseizoen, waaraan ruim honderd combinaties deelnamen in de disciplines springen en dressuur.

    Meppeler Courant,