dagenlang


dagenlang 1.0

die of dat verschillende dagen duurt; gedurende enige dagen; vaak met de nadruk op de voortdurende herhaling of lange duur van het genoemde en daardoor op de intensiteit, saaiheid of verveling die ermee samenhangt: verscheidene dagen na elkaar aanhoudend; onafgebroken gedurende enige dagen

Algemene voorbeelden


Op een nacht viel er een dik pak sneeuw dat dagenlang bleef liggen.

De ark en de ratten, Erik Van Ruysbeek,

Ik wilde een systeem waarmee de beheerders in de stadsdelen makkelijk uit de voeten kunnen. Simpel in z'n lay-out en in het maken van overzichten. Zodat je niet eerst dagenlang handboeken hoeft te bestuderen.

http://www.infogroen.nl/NL/indinfob.htm

Combinatiemogelijkheden


met substantief


  • een dagenlange hoofdpijn
  • een dagenlange regen
  • dagenlange onderhandelingen
  • dagenlange rellen

Vreemd is dat heimwee altijd verdwijnt op de avond voorafgaande aan de dag van terugkeer. Dat is net als het verdwijnen van een dagenlange hoofdpijn.

Ongewenste zeereis, Maarten 't Hart,

De dagenlange regen is opgehouden en langs de rotsige westkust, aan de zandstrandjes van de diepblauwe Japanse zee, vertoont zich een enkele bader.

NRC,

Pas na dagenlange onderhandelingen wist de Duitse EU-voorzitter een doorbraak te forceren door het in de ministerraad op een stemming te laten aankomen.

NRC,

In 1997, toen voor het laatst een trein met kernafval van Frankrijk naar Gorleben reed, liep het transport uit op dagenlange rellen, waarbij meer dan honderd gewonden vielen.

De Telegraaf,