dweilen 1.0
Algemene voorbeelden
Hier moet ik stoppen, want je moeder komt zo thuis, en we dienen tenminste de illusie te wekken dat er iets is opgeruimd, en dat ik mijn schoenen, zoals beloofd, bij het betreden van de woning heb uitgedaan, zodat de werkster niet voor niets heeft gedweild.
Hij heeft zojuist alle stoelen in de kantine op de tafels gezet om te kunnen dweilen.
Het steden- en dorpentoernooi, dat op de banen van de tennisvereniging Suthwalda in Zuidwolde werd afgewerkt is bij de dorpen gewonnen door Havelte [...]. Door de regenval moest er gedweild worden en werd er eveneens naar de tennishal uitgeweken.
Hij gaf haar speels een tik op haar achterste terwijl ze voorovergebogen stond te dweilen.
Combinatiemogelijkheden
met object
- het dek dweilen
- de trap dweilen
- de vloer dweilen
'Denk je dan nooit: over dertig jaar sta ik hier nog het dek te dweilen en dan rol ik in mijn kist, heb ik het gehad. Dank u, geen applaus.'
Ik viel bijna in slaap, want ik was gekraakt, ik had de hele trap moeten dweilen.
Hij nam stof af en dweilde de vloer.
Hygiëne vindt hij erg belangrijk in zijn blauw-wit geverfde zaak. "Zes tot zeven keer per dag dweil ik de vloer."
- iets van de vloer dweilen
Terwijl een verpleger de bloedvlekken van de vloer dweilt, strompelt een patiënt alweer naar buiten.
- de badkamer dweilen
- de kerk dweilen
- de keuken dweilen
Voorzichtig, zegt ze, ik wil niet de hele badkamer dweilen.
Mijn man laat ik wel de kerk dweilen.
Ik sop de kasten en het meubilair, vervang opgebrande kaarsen en wierook voor nieuwe, trek een stofzuiger door de kamer en de keuken, vul de afwasmachine en dweil de keuken.
Ze maakte me soms zo boos dat ik met de deuren aan 't slaan ging en wanneer ik de keuken dweilde, waar ze haar eindeloze dagen doorbracht, sloeg ik de natte dweil om haar benen.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: met
- dweilen met een machine
- dweilen met een mop
Een schoonmaker is bezig de vloer te dweilen met een machine en een oudere dame rijdt rond met een koffiekar.
Vroeger konden de vloeren dagelijks met de mop gedweild worden, nu mag dat nog maar een keer in de week.
Voor een lakvloer geldt dat als u de vloer dweilt met een mop, u een schoonmaak middel aan uw dweilwater kunt toevoegen.
Voorzetsel: op
- op haar knieën dweilen
- op mijn knieën dweilen
Als ze op haar knieën de keukenvloer dweilde, vroeg ze zich weleens af wat Lucie zou zeggen als ze haar dochter zo bezig zou zien.
Terwijl ik op mijn knieën de trap dweilde, terwijl ik op de fiets door regen en wind mijn boodschappen deed, terwijl ik het echtelijk bed opmaakte en haar grauw geworden ondergoed waste, droomde ik mijn onschuldige maar zieke verlangens.
met ander, nevengeschikt werkwoord
- de vloer dweilen en ramen lappen
- de vloer dweilen of moppen
- dweilen of stofzuigen
- kuisen en dweilen
- schrobben en dweilen
- stoffen en dweilen
Wekelijks de vloer dweilen of moppen zodanig dat de vloer schoon, hygiënisch, veilig en er weer, optisch gezien, mooi bij ligt.
De anderen hadden hulp nodig, vooral voor zwaar werk zoals de vloer dweilen en ramen lappen, kleine herstellingen, de was en de strijk.
Ze wist dat ik een hekel heb aan stofzuigen – een keer per week kwam er een duurbetaalde werkster, dan verliet ik vijf uur lang het huis, en buiten die vijf uur om wilde ik niet dat er in mijn bijzijn gedweild of gestofzuigd werd.
Maar als 't donker wordt, en ge hebt gedaan met kuisen en dweilen, en ge hebt uwen afwas gedaan, en de dagen korten... enfin, wij gaan niet klagen.
Later werd hij veroordeeld omdat hij een ongepaste verhouding zou hebben met een veel jongere vrouw die vloeren schrobde en dweilde in de universiteitsgebouwen.
Als ze gekleed was, ging ze telkens wat stoffen en dweilen.
voltooid deelwoord als adjectief gebruikt
- een gedweilde vloer
- gedweilde vloeren
Dat uit marketingonderzoek steeds weer blijkt dat reizigers in de eerste plaats zijn gesteld op schone toiletten en goed gedweilde vloeren belet de NS niet voorrang te geven aan "sturing op resultaat", zoals het management het tegenwoordig uitdrukt.
ledere nieuwe ervaring, iedere spontane, misschien zelfs wel lichamelijke reactie daarop, kon je beschouwen als een modderige voetstap op een pas gedweilde vloer.
Vaste verbindingen
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als deel van een samenstellende afleiding
dweilen 2.0
(sport en recreatie)
Algemene voorbeelden
De ijsmeester heeft gisteravond met koud water gedweild, het ijs breekt, ligt als losse toplaag op de harde onderlaag.
Daarom zoekt hij in Davos ook juist "het sproei-ijs" op, als er nog niet is gedweild.
Combinatiemogelijkheden
met object
- de baan dweilen
- ijs dweilen
- de ijsbaan dweilen
- de ijsvloer dweilen
De nieuwe dweilmachine is net als de oude Zamboni, weer supersnel zodat de baan na elk uur in max 15 min gedweild kan worden.
Er zijn veel verschillende taken, van kaartverkoop tot ijs dweilen en natuurlijk ook toezicht houden.
We hebben twee dweilploegen, die elk met een tuintractor annex grasmaaier met 200 liter warm water, ton en dweil, de ijsbaan dweilen.
En zie, 's avonds nadat de laatste schaatsers zijn verdwenen wordt de 'Zamboni' uit de berging gehaald en wordt de ijsvloer gedweild.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: met
- met dweilmachines dweilen
De Canadese ijsmeester Mark Messer liet daarom een Zamboni uit Calgary komen, terwijl op de Winterspelen aanvankelijk met dweilmachines van het merk Olympia werd gedweild.
voltooid deelwoord als adjectief gebruikt
- een gedweilde ijsbaan
Er zijn helemaal geen scheuren, de vaart ligt erbij als een pas gedweilde ijsbaan.
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
dweilen 3.0
((vooral) in België. Is in Nederland verouderd.)
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: over
- over straat dweilen
Ik doe al genoeg aan sport, door hele dagen over straat te dweilen.
De alleenstaande werkende moeder weet dan wel dat haar kroost niet over straat dweilt, wat zij in haar jeugd wel deed, met alle gevolgen van dien.
Wee mijn eigen schrijvers als ik hoor dat ze over de straat dweilen of anderszins verzuimen om binnen de eenzaamheid van vier muren aan hun door mij gefinancierde boekwerk te zitten arbeiden, uur na uur, bij regen of zonneschijn.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
dweilen 3.1
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 3.0 : 3.1 |
---|
Algemene voorbeelden
"Dat is voor mij carnaval, zo beleef ik dat. In een polonaise zul je mij niet snel zien. Maar als wij vroeger gingen dweilen en onze kapel speelde "Nooit meer doen" en ik zag het halve Stratumseind op z'n knieën gaan, dan vond ik dat prachtig."
Verkleed en dansend begeeft men zich – liefst achter een geïmproviseerde blaaskapel waarvan de stad er tientallen heeft – van café naar feestzaal naar café. Dat noem je 'dweilen'.
Combinatiemogelijkheden
tegenwoordig deelwoord als adjectief gebruikt
- een groep dweilende meiden
Hij moet uitwijken voor een groep dweilende meiden met reusachtige condooms op hun hoofd en fallussen in hun hand van papier-maché. Ze praat'n met ennetjes, ze koom uit het oost'n of het noord'n. De aanstaande bruid kan David niet zo gauw ontdekken.
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
dweilen 4.0
(neologisme)
Algemene voorbeelden
Hoe reageert de stuurinrichting in bochten? Is de auto stabiel op hoge snelheid, vooral bij zijwind? Heeft de auto de neiging van koers te raken door oneffenheden in de weg? Deint, dweilt of stoot de auto? Reageert hij heftig op korte oneffenheden?
Al een tijdje rijd ik rond met het gevoel dat m'n fiets niet lekker stabiel stuurt, hij dweilde meer door de bocht dan dat ik lekker kon sturen.
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: over
- over de weg dweilen
De auto dweilt over de weg, je moet continu corrigeren om hem in lijn te houden.
Weglegging vind ik gewoon slecht (originele schokbrekers, niet verlaagd). De achterkant dweilt over de weg alsof de achterbanden slap staan.
tegenwoordig deelwoord als adjectief gebruikt
- een dweilende auto
Fantastisch! Waar je een dweilende auto zou verwachten is dit geheel niet het geval. Uitbreken is bijna niet haalbaar.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Overige woordfamilieleden
Etymologie
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2004 |
dweilen 5.0
(sport en recreatie; soms)
Algemene voorbeelden
Het zweefvliegtuig begint nu te 'dweilen'. Met dweilen bedoelen we dat het moeilijk bestuurbaar geworden is, omdat het, door de lage snelheid, nauwelijks op de roeren reageert.
Je verliest dan ook sneller snelheid bij het wegnemen van het gas, soms heeft het toestel dan ook de neiging om wat meer te gaan dweilen dan vliegen. Dat ziet er minder strak uit.
De heli heeft snel een neiging tot dweilen. Door zijn geringe massa en geringe lengte is de 300 dan ook minder stabiel. Het werken vanuit deze helikopter op film/video vereist veel luchtervaring.
dweilen 6.0
(sport en recreatie; transport, verkeer en reizen; scheepsbouw en scheepvaart; watersport; weinig gebruikt)
Algemene voorbeelden
Dweilen is een zeilterm die in het algemeen wordt gebruikt als aanduiding van de dwarsbeweging van een schip die ontstaat als gevolg van het manoeuvreren, wind, stroming of een combinatie van beide [...]. Feitelijk is dweilen niet meer dan de bocht uit vliegen.
Zeilend dweilen ze ook meer dan een scherp jacht, tenzij je geprofileerde zwaarden gebruikt.