kushand


kushand 1.0

gebaar om duidelijk te maken dat je iemand een kus wilt geven; kus op de binnenkant van de eigen hand die in de richting van een ander geblazen wordt
Wordt vaker in de verkleinvorm kushandje gebruikt.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een kushand…

is een gebaar

  • [Plaats] bestaat uit een kus op de binnenkant van de eigen hand
  • [Activiteit of handeling] wordt iemand toegeblazen of toegeworpen
  • [Beweging] bestaat uit het drukken van de lippen op de eigen hand en vervolgens het horizontaal omhooghouden van die hand in de richting van de begunstigde, waarbij optioneel over hand geblazen kan worden om zo de kus te 'verzenden'
  • [Intentionaliteit] is bedoeld om iemand een kus of in elk geval een gebaar van sympathie vanaf een bepaalde afstand te geven
  • [Betrokkene] wordt door iemand aan iemand anders gegeven

Algemene voorbeelden


Ze keken op met rode, lachende monden en zonden kushanden door het gesloten raam omhoog.

Liefdesmeer & andere verhalen, Chaja Polak,

Na de laatste quiz wuifde ze mij een kushand toe en sliep ze onmiddellijk in.

Slaap!, Annelies Verbeke,

Hij verliet de bar. Gooide haar een kushand toe.

Leven op het lemmet, Renee Van Hekken,

Combinatiemogelijkheden


als object bij een werkwoord


  • iemand een kushand toewerpen

Aleide haalde haar schouders op en wierp Jakob een kushand toe.

Het overspelige gras, Louis Ferron,

Hij knikte daarna naar het gezelschap, wierp hun een kushand toe en verdween in het gedrang.

Avonturen op Ibiza, Theo Kars,

Tête-de-nègre liep hem na, legde haar lange, smalle vingers in zijn hals. Drukte even en lachte naar hem. Wierp hem een laatste kushand toe, vooraleer in de kleedkamer te verdwijnen.

Leven op het lemmet, Renee Van Hekken,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding