DNB

Sinds het begin van dit jaar heeft DNB haar goud- en deviezenvoorraad reeds met 2,8 miljard gulden afgewaardeerd, hetgeen grotendeels samenhangt met de koersdaling van de dollar ten opzichte van de gulden.

In de weekstaat is het bedrag dat het Rijk heeft uitgekeerd niet terug te vinden: de post Schatkist laat slechts een uitstroom van ruim 0,8 miljard gulden zien. Het verschil wordt veroorzaakt doordat DNB interimdividend aan de Staat heeft betaald van ruim 0,8 miljard gulden.

Van de 6 miljard dubbeltjes, kwartjes en riksen die DNB na de oorlog heeft uitgegeven, is nog ongeveer de helft in omloop.

Tot 1 januari 2002 waren door DNB al 1,5 miljard euromunten uitgeleverd ("frontloading" aan banken, toonbankinstellingen en publiek).

Eurocirculatie. Tot 1 januari 2002 waren door DNB al 239 miljoen eurobiljetten uitgeleverd ("frontloading" aan banken en toonbankinstellingen).

Het wisseldisconto en de voorschotrente worden door DNB vastgesteld.

In anticipatie op deze verkrappende betalingen heeft DNB een 7,5 miljard lagere kasreserve vastgesteld, die 28 april ingaat en een looptijd van 17 dagen zal hebben.

Behalve de officiële rentetarieven verlaagde DNB de speciale beleningsrente, het tarief dat de centrale bank rekent aan andere banken die korte tijd geld nodig hebben.

Zoals eerder in deze rubriek is vastgesteld, speelt het rentebeleid van DNB in het Europese rentebeleid een belangrijke rol. Een Duitse renteverlaging kan namelijk naar voren worden gehaald als DNB eerst de rente verlaagt. Daarmee wordt de positie van de gulden immers verzwakt, ofwel de positie van de D-mark in het EMS versterkt.

Ook verhoogden de banken hun beroep op de voorschotfaciliteit met 0,9 miljard gulden (vanaf het zeer lage niveau van 3,3 miljard gulden) en verlaagde DNB de kasreserve met 4,4 miljard gulden.

De Nederlandsche Bank (DNB) verlaagde gisteren de drie belangrijkste officiële rentetarieven met een kwart procentpunt.

31 december 2002. Laatste dag waarop banken guldenmunten en -biljetten van klanten accepteren. 1 januari 2007. Vanaf deze dag kan men guldenmunten niet meer bij DNB inwisselen. 1 januari 2032. Vanaf deze dag kan men guldenbiljetten niet meer bij DNB inwisselen.

De Nederlandsche Bank (DNB) heeft de geldmarkt gisteren verrast met een verlaging van de beleningsrente (het tarief waartegen de banken bij DNB kunnen lenen) van 4,50 tot 4,40 procent.

Banken die krap zitten met hun kasvoorraad moeten deze voorraad aanvullen met een lening bij DNB.

De aankoop van dollars door DNB zijn waarschijnlijk niet met guldens betaald (D-marken liggen meer voor de hand).

De geldmarktverkrappende toename van de hoeveelheid in omloop zijnde bankbiljetten - gebruikelijk aan het einde van de maand - werd min of meer gecompenseerd door de per saldo geldmarktverruimende aflossing door DNB op Nederlandsche Bank Certificaten (NBC's).

De slotuitkering (692 miljoen) vindt zijn weerslag in de afname met 670 miljoen van de post Diverse rekeningen. Deze betaling door DNB aan het Rijk is geldmarktneutraal. De schatkist werd de afgelopen week verder gevuld door de storting van 7,5 miljard op de jongste 15-jaars staatslening.

De verbeterde liquiditeitspositie van het Rijk wordt overigens voor 1,1 miljard gulden verklaard door de (geldmarkt-neutrale) storting door DNB van het slotdividend over 1992 (afgeboekt van: diverse rekeningen).

Volgens secretaris betalingsverkeer van MKB-Nederland, drs. K. Ravesesloot, komen uit het onderzoek minimum-bedragen naar voren. Hij schat dat er veel meer geld naar de twee landen wegvloeit dan uit de cijfers van DNB valt op te maken.

Deze transacties, passend in het normale deviezenbeheer van DNB, vinden hun tegenhanger in een toename van de post 'Verplichtingen in buitenlandse geldsoorten'.

Het verschil wordt veroorzaakt doordat DNB interimdividend aan de Staat heeft betaald van ruim 0,8 miljard gulden. Dit is krap 0,3 miljard hoger dan het voorgaande jaar en houdt verband met de fors gegroeide deviezenvoorraad van DNB.

Drs. T.M. de Swaan, directeur van DNB en verantwoordelijk voor het toezicht op in Nederland gevestigde banken, noemt het Oostenrijkse vooronderzoek "een vervelende zaak".

De Nederlandse bedrijven hadden eind 1994 136 miljard gulden op deposito staan bij de banken. Tien jaar eerder was dat nog maar 54 miljard. Een niet onaanzienlijke winstgroei gepaard gaande aan een geringe vraag naar krediet maakte deze ontwikkeling mogelijk. Daarmee lijkt de paradox van de hoogconjunctuur dat ondernemers juist als het goed gaat een grote schuldenlast durven te torsen, omdat zij er vertrouwen in hebben deze in de toekomst af te kunnen lossen, niet op te gaan. Tel daar de bescheidenheid van de consument, de geringe inflatie en de discontopolitiek van DNB bij op en de rentedaling is grotendeels verklaard.

De komende maanden worden vanuit het geldpakhuis van DNB in Lelystad 2,8 miljard euromunten verspreid over 6000 bankkantoren en honderdduizenden winkels.

In het jaarverslag van DNB over 1999 wordt goede beveiliging van telebankieren en internetbankieren 'cruciaal' genoemd.

Vanuit de kluizen van DNB in Amsterdam worden 655 miljoen eurobiljetten uitgereden.

De invoering van de euro, zo blijkt uit onderzoek van DNB, heeft een extra inflatie van 0,6 procentpunt veroorzaakt.

Zoals eerder in deze rubriek is vastgesteld, speelt het rentebeleid van DNB in het Europese rentebeleid een belangrijke rol.

Het toezicht van DNB lijkt vooral gericht op de financiële soliditeit.

Van de totale winst van DNB over 1994 (1.114 miljoen) was in september 1994 reeds 422 miljoen als interim-dividend uitgekeerd.

Naar aanleiding van de in 1998 afgesproken evaluatie van de winst- en vermogenspositie van DNB is begin 2004 onder meer de afspraak gemaakt dat eventuele verliezen van DNB (ongerekend de winst op goudverkoop die volledig aan DNB toekomt) voortaan worden gecompenseerd door deze gedurende zes jaar in mindering te brengen op de dividenden.

Volgens de woordvoerder van DNB komen de voorstellen van de bank bovenop de financiële bijsluiter. Beleggingsfondsen moeten 'in algemene zin' transparanter worden, zegt hij.

De complete financiële sector wijst het recente voorstel van de hand van de Nederlandsche Bank (DNB), de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) en de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) voor een nieuw toezichtsregime voor de sector. De toezichthouders hebben 12 oktober minister Zalm (Financiën) een functionele verdeling in het toezicht voorgesteld naar Australisch model. Daarin zouden DNB en PVK intensief samenwerken en zich concentreren op het waarborgen van de financiële stabiliteit, het zogeheten 'prudentiële toezicht'.

Mei vorig jaar reageerden de toezichthouders nog afhoudend toen onderzoeksbureau Oliver, Wyman Company belangrijke leemtes in het toezicht op conglomeraten aantoonde. DNB en PVK vonden toen nog dat beperking van het toezicht tot de afzonderlijke conglomeraatsdelen 'voorshands adequaat' was.

Ook is volgens verzekeraars en pensioenfondsen advisering door de Sociaal-Economische Raad wenselijk. Met de banken achten zij 'betere alternatieven denkbaar' dan het plan van DNB, PVK en STE.

In eerste instantie wordt vaak gedacht aan het mededingingstoezicht (NMa, Dte en Opta) en het financieel toezicht (AFM, DNB en PVK). Er zijn echter ook zeer veel andere toezichthouders: de Onderwijsinspectie, het College toezicht op de kansspelen, de Arbeidsinspectie, de Rotterdam Port Authority, het Commissariaat voor de Media, de Nationale Ombudsman, de Inspectie voor de Gezondheidszorg, het College Toezicht Zorgverzekeringen, de Voedsel- en Waren Autoriteit en nog veel meer.

Klare taal van CBS en DNB: de economie trekt aan.

Het is de vraag of deze wijziging in het ondernemersgedrag al is verwerkt in de rekenmodellen van het CPB en DNB.

Gezien hun centrale positie binnen de instelling en de mogelijke toegang tot gevoelige informatie, achten de STE en DNB het niet meer opportuun om – mede in het licht van de aanscherping van normen ter zake van integriteit – ten aanzien van deze functionarissen te volstaan met de oude regelingen, krachtens welke commissarissen niet onder de regeling vielen dan wel konden volstaan met het desgevraagd inzage verschaffen in de door of ten behoeve van hen verrichte beleggingstransacties alsmede met het periodiek geven van overzichten van deze transacties.