Gods vrije natuur 1.0
Algemene voorbeelden
Is de stilte niet ook de zegen van onze vrije tijd? Soms is men volkomen uitgeput van de zenuwspannende drukte, van het onafgebroken geraas. Wat is het dan kostelijk een rustig en stil plekje te hebben in eigen omgeving. Aan het water, aan de dijk, in de polder, in het bos of de tuin. In Gods vrije natuur worden de verloren krachten weer herwonnen. Al wat we zien en genieten in Gods heerlijke schepping doet ons voor een tijd moeite en tekorten vergeten.
Hoe dichter je naar Rome komt, hoe hoger het asfaltgehalte. Maar het merendeel van de paden gaat toch wel door Gods vrije natuur.
Wat was ie een geluksvogel dat ie als een van de weinigen in de race om het dagelijks bestaan de waarde nog kon inzien van een simpel tochtje op de fiets in Gods vrije natuur, als het ware een beetje op zoek naar zijn eigen identiteit.
Soms trekken de wandelaars als moderne heerscharen in colonnes rechttoe rechtaan over de paden; tot nu toe is het meestal goed toeven in Gods vrije natuur, maar wanneer maakt ook hier die vermaledijde filevorming een chagrijnig einde aan deze aanlokkelijke vorm van vrijetijdsbesteding?