Italiaans sonnet 1.0
(taal en taalkunde; literatuur en theater)
Algemene voorbeelden
Een sonnet bestaat uit veertien regels. Het mag maximaal vijf verschillende rijmklanken hebben, anders heet het onvolkomen. Wat het rijmschema betreft, worden drie hoofdtypen onderscheiden: het Italiaanse (of Petrarca-)type, het Franse (of Ronsard-)type en het Engelse (of Shakespeare-)type. Hun rijmschema's zien er als volgt uit: Italiaans: abba abba cdc ccd of abba abba cde cde Frans: abba abba ccd eed of abba abba ccd ede Engels: abab cdcd efef gg. In het Italiaanse sonnet kunnen gemakkelijk twee kwatrijnen (samen één octaaf) en twee terzinen (samen één sextet) herkend worden.
Het Italiaans sonnet bestaat uit een octaaf en een sextet en is de "moeder" van de sonnetten. Gebruikelijk is dat Italiaanse sonnetten geschreven zijn in jambische pentameter. Het Italiaans sonnet werd voor het eerst toegepast door Giacomo da Lentini (13e eeuw), de leider van de Siciliaanse school onder Frederik II. Guittone d'Arezzo (1235-1294) bracht het Italiaans sonnet naar Toscane. Hij schreef ca 300 sonnetten. Het Italiaans sonnet werd ook toegepast door Dante (1265-1321 en Guido Cavalcanti (ca 1250-1300), maar de belangrijkste vroege sonnettenschrijver was wel Petrarca (1304-1374).
In de Italiaanse sonnetten wordt vaker de endekasyllabe (elf lettergrepen) aangetroffen en in de Engelse een vijfvoetige jambe (tien of elf lettergrepen).