Viking 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een Viking…
is een persoon
- [Geheel] behoorde tot de groepen krijgers afkomstig uit Scandinavië
- [Plaats van herkomst] was afkomstig uit Denemarken, Noorwegen of Zweden
- [Tijd] leefde in de periode tussen de achtste en de elfde eeuw
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] was bedreven en onverschrokken als zeevaarder en krijger
- [Activiteit of handeling] voer in lange, smalle, platboomde zeilschepen met roeiers, op rivieren en ter zee
- [Activiteit of handeling] hield plundertochten en trok uit op verovering van grondgebied tot diep in het Europese binnenland
- [Waardering] was zeer gevreesd
Algemene voorbeelden
De Vikingen plunderden niet alleen kloosters en kerken, maar ook steden en dorpen. Dorestad, een van de grootste handelscentra van Noord-Europa werd zes keer achter elkaar beroofd en ontvolkt. Hamburg en Parijs ondergingen een gelijksoortig lot. In Engeland liep het iets anders. In plaats van weg te gaan na een overval bleven de Vikingen vanaf 851 overwinteren. Ze vernietigden alle Angelsaksische koninkrijkjes, met uitzondering van Wessex waar Alfred de Grote (871-899) regeerde. In 886 sloot Alfred met hen een verdrag: ze kregen land ten noorden en oosten van de lijn Chester-Londen [...] én het koninkrijk York.
Wie waren de Vikingen werkelijk? Wat hebben ze ons te vertellen? En wat weten we vandaag met zekerheid over hun samenleving, godenverering, dagdagelijkse leven, strooptochten en expansiedrang? Een indringende kijk op het leven van deze Noormannen.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- woeste Viking
Woeste Vikingen uit Denemarken landden in de negende eeuw regelmatig met hun schepen op de Zeeuwse kusten om te plunderen en te roven.