aan iemands kop zaniken, zeiken, zeuren e.d. 1.0
voortdurend tegen iemand zaniken, zeiken, zeuren e.d.
Algemene voorbeelden
Ook overdag zanikte ze steeds aan mijn kop, maar ik gaf geen antwoord.
Een behandeling in een kliniek hoeft wat hem betreft niet zo. "Want dan gaan ze allemaal aan mijn kop zeiken de hele tijd. En de hulpverleners in zo'n kliniek lopen elkaar vaak in de weg", legde hij ter zitting uit.
'Ga me nu niet aan mijn kop zeuren over Jezus,' blaft Arnout.