aanmailbaar


aanmailbaar 1.0

(informeel; neologisme)

via de e-mail te bereiken; per e-mail bereikbaar; mailbaar

Algemene voorbeelden


Ruim een week voor de voordracht bespreken we de opzet ervan op mijn spreekuur maandags [...] op mijn kamer [...]. (Uiteraard ben ik ook buiten dit spreekuur aanspreekbaar of aanmailbaar).

http://www.cs.ru.nl/~bolke/SemInf.html,

Ik was niet aanmailbaar: werk nog maar 6 uur per dag, met dank aan de BI! En heb een nieuwe, zeer gedreven teamleider, dus van internetten in werktijd komt ook niet veel meer!

http://forum.viva.nl/forum/list_message/394477,

Etymologie


Aard herkomst inheems woord
Vroegste datering 2005
Benoemingsmotief Gevormd naar woorden als aanspreekbaar.