aanvalslust 1.0
lust om aan te vallen; zin om aan te vallen; bereidheid om aan te vallen
Semagram (extra betekenisinformatie)
Aanvalslust…
is lust
- [Toepassingsgebied of bereik] betreft de lust om aan te vallen
Hoofdsemagram: lust
Algemene voorbeelden
Puur door de aanvalslust van Ruud Gullit heeft Feyenoord de testwedstrijd tegen Chelsea gewonnen.
Wil, inzet en aanvalslust; die facetten waren er vrijdag wel bij Cambuur.
Combinatiemogelijkheden
met adjectivisch voltooid deelwoord
- een ongebreidelde aanvalslust
Rolf Sörensen, andermaal getuigend van een ongebreidelde aanvalslust, bracht de anderen terug.