achteloos 1.0
Algemene voorbeelden
Een jongen had de bal vlak voor haar neus opgevangen en met een achteloos gebaar naar haar gegooid.
Omdat hij geen belangstelling had voor de loterij had hij het lot achteloos in zijn broekzak gestoken.
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- een achteloos gebaar
- een achteloze manier
- een achteloze toon
'Waar is de oude?' 'In de tuin,' antwoordde ze verdrietig. 'Dood?' 'Ik denk het wel. Hij ligt daar al sinds vanmiddag. Je had me niet verteld dat hij zo lief was.' 'Melchior Bohr was een asociale vrek,' bitste Olaf. 'Je hebt de mensen uit het dorp een grote dienst gewezen.' 'Toch vind ik het jammer,' mijmerde Doema. Olaf maakte een achteloos gebaar en beende naar de tuin.
Hij onderstreept zijn woorden soms met een achteloos gebaar van zijn linkerarm.
Ze maakte met haar tong haar lippen nat, waarna ze er even op beet en als ze merkte dat ik het zag, sloeg ze haar lange wimpers neer en gooide met een achteloos gebaar haar melkboerenhondeharen vlechten over haar schouders.
'Erg moe?' 'Waarom vraag je dat?' Hij wist waarom ze het vroeg. Hij voelde het aan de manier waarop ze zich bewoog, hij wist het aan de zogezegd achteloze manier waarop ze hem telkens weer aanraakte, aan het lacherige in haar stem.
Ze zegt nee, maar op een achteloze toon alsof ze het van een vel papier opleest.
met werkwoord
- achteloos opzijschuiven
- achteloos voorbijgaan aan
- achteloos voorbijlopen
Beneden in de hal, precies voor de deur, lag een stukje karton. Er ligt wel meer rotzooi in de hal, er slaapt weleens een dakloze, en ik wilde het al achteloos opzij schuiven toen ik zag dat er iets op geschreven stond. Ik bukte me. 'Voor de heer R. Mehlman,' las ik. 'Belt u a.u.b. 212-5739653.'
Velen gaan achteloos voorbij aan de kleine lettertjes van de lijst regeringsbeslissingen die over het land wordt uitgestort na begrotingsconclaven zoals er een op Hertoginnedal aan de gang is.
Een beetje onzeker ging ik de winkel binnen, waar ik al zo vaak achteloos voorbij was gelopen.
Mensen liepen me achteloos voorbij, terwijl me een gevoel van paniek overviel.
met bijwoord
- bijna achteloos
- haast achteloos
- schijnbaar achteloos
De laconieke, rustige, bijna achteloze conversatietoon van De Cock miste zijn uitwerking niet.
En nu luister ik naar de haast achteloze lyriek van zijn elektrische gitaar en zijn fluisterstem.
Hij maakte van de huisleraar een schijnbaar achteloze, maar bijna wijze man met een goed verstopte dosis wanhoop op de achtergrond.
met ander, nevengeschikt adjectief
- achteloos en onverschillig
Zelfs de rijken die het zich toch zouden kunnen veroorloven "uitvoerig" te sterven, beginnen volgens de dichter achteloos en onverschillig te worden.
overig
- zo achteloos mogelijk
'Hulp nodig?' vroeg ik zo achteloos mogelijk.