achterdochtig


achterdochtig 1.0

( Gezegd van personen en dieren)
geneigd om personen of situaties te wantrouwen, hetzij van nature, hetzij in een bepaald geval; achterdocht koesterend

Algemene voorbeelden


De violist liep rond en bleef bij mijn moeder staan. Vroeg of hij iets voor haar mocht spelen. Mijn vader zat er een beetje achterdochtig bij, die vertrouwde dat niet helemaal.

Verleidingen, Rudolf Geel,

Combinatiemogelijkheden


met substantief


  • achterdochtige mensen
  • een achterdochtige hond

Dat zie je toch ook veel. Achterdochtige mensen. Het is toch nooit: 'Oh,' maar altijd: 'Wat bedoel je daarmee?'

Drie theaterteksten, Esther Gerritsen,

Als je een hond de ene dag zonder reden schopt, en de volgende dag zonder reden liefkoost, als je een hond de ene week laat hongeren en dorsten en de volgende week op tien kilo malse biefstuk laat kauwen, dan krijg je onvermijdelijk een valse, verwaarloosde, achterdochtige hond.

De mensheid zij geprezen, Arnon Grunberg,

  • een beetje achterdochtig

De indruk die Wouter Bos op TV achterlaat, is zonder een camera in de buurt nog sterker. Het aroma van succes en flair. Alles volledig onder controle. Het zit in onze volksaard om juist dan een beetje achterdochtig te worden.

http://www.onlijn.nl,

met bijwoord


  • erg achterdochtig
  • te achterdochtig
  • wat achterdochtig
  • zo achterdochtig

Indonesië en Maleisië zijn lang erg achterdochtig gebleven tegenover Peking, zij vreesden dat de Chinese minderheden in hun land als drukkingsmiddel konden gebruikt worden.

De Standaard,

Ben ik te achterdochtig als ik vermoed dat dit boek opnieuw het resultaat is van het Perfide Uitgevers-Syndroom dat onze boekenmarkt teistert?

De Standaard,

Juist in de fase waarin Giscard het nodig lijkt te hebben, verspeelt hij een groot deel van zijn krediet bij zijn meest naaste collega's [...]. En dat terwijl de Conventieleden al wat achterdochtig waren geworden door Giscard's optreden tijdens de recente Eurotop in Athene.

http://www.franstimmermans.nl/renderer.do/menuId/30538/sf/30538/returnPage/30538/itemId/15161/realItemId/15161/pageId/30375/instanceId/30544/,

De mensen zijn zo achterdochtig. Gelijk hebben ze, natuurlijk. Je weet maar nooit wie die wildvreemde naast je is.

De achterkant van de aarde, Karel Osstyn,

met werkwoord


  • achterdochtig blijven
  • achterdochtig worden
  • achterdochtig zijn
  • iemand achterdochtig maken

Indonesië en Maleisië zijn lang erg achterdochtig gebleven tegenover Peking, zij vreesden dat de Chinese minderheden in hun land als drukkingsmiddel konden gebruikt worden.

De Standaard,

Hunter werd bovendien achterdochtig toen haar echtgenoot aan de telefoon of in brieven met Holly werd aangesproken. Groves zei dat hij een tweelingzuster had die zo heette, maar het ergste vermoeden van Hunter bleek waar: zij was getrouwd met een andere vrouw.

De Standaard,

Ik mag niet achterdochtig zijn, ik moet Joost vertrouwen - maar Diana vertrouw ik niet, Diana is tot alles in staat, Diana is vol ondernemingslust en Joost sleept ze mee.

Het binnenste ei, Hannes Meinkema,

Als iemand in je omgeving mishandeld wordt. Wat merk je als buitenwereld? Wat de buitenwereld vaak opvalt, is de herrie: het schreeuwen, gebonk van meubels of van een val van de trap. Dat kan je behoorlijk achterdochtig maken.

http://www.vrouwenopvangoverijssel.nl/

met voorzetselgroep


  • achterdochtig blijven tegenover
  • achterdochtig staan tegenover
  • achterdochtig zijn tegenover

Indonesië en Maleisië zijn lang erg achterdochtig gebleven tegenover Peking, zij vreesden dat de Chinese minderheden in hun land als drukkingsmiddel konden gebruikt worden.

De Standaard,

Er is nog iets dat vooral vrouwen achterdochtig doet staan tegenover therapeuten: de jongste jaren waren er klachten over seksueel misbruik.

De Standaard,

Nooit ben ik achterdochtig geweest tegenover de UEFA.

De Telegraaf,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


achterdochtig 1.1

( Gezegd van handelingen of bejegeningen)
blijk gevend van achterdocht

Betekenisbetrekking


metonymie
Betrokken betekenissen 1.0 : 1.1

Combinatiemogelijkheden


met substantief


  • een achterdochtige blik

Nu keek ze met grote ogen naar het bankbiljet dat hij voor haar neus zwaaide, gretig weliswaar, maar aan die achterdochtige blik in haar ogen kon je zien dat ze die klap nog niet vergeten was.

Histoire d'amour sentimentale (de nouveau); Détresse (een groteske), Koen Sonck,

met werkwoord


  • achterdochtig doen
  • achterdochtig klinken
  • achterdochtig kijken
  • iemand achterdochtig aankijken

Er was helemaal niets aan de hand, doe niet zo achterdochtig!

Zadelpijn en ander damesleed, Liza van Sambeek,

'Adam, kan je even met me naar buiten komen?' Hij keek achterdochtig. 'Hoezo?' 'Gewoon even komen. Het is heel belangrijk. Duurt niet lang.'

Bezeten van mij, Nicci French,

Hij had Joris achterdochtig aangekeken, de bewegingen van zijn mond en ogen gevolgd, klaar om klappen uit te delen als de toelichting bij de brandewijn die Joris zijn bezoekers gaf hem niet beviel.

Mensen met een hobby, Désanne van Brederode,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding