afgetobd


afgetobd 1.0

van personen of hun geest: lichamelijk of geestelijk uitgeput; door tobben, tegenslag, zorgen of hard werken geen energie of werkkracht meer hebbend; uiterst vermoeid; afgemat; uitgeput; van iemands uiterlijk of van lichaamsdelen ook: tonend, de indruk wekkend dat iemand lichamelijk of geestelijk uitgeput is

Algemene voorbeelden


Moe, vraagt hij. Mat, zeg ik. Afgemat. Vermoeid. Doormoe? Bekaf. Afgetobd. Afgepeigerd! Uitgeput. Halfdood! Doodop? Gebroken. Geradbraakt. Kapot. Vleugellam. Ik ga slapen, zeg ik. In mijn droom ontploffen mijn hersens. In mijn droom ontploffen, splijten, barsten, bersten, splinteren, versplinteren mijn hersens en ik schrik wakker.

Werk, Josse De Pauw,

Als afgetobde slaven, doodmoe en zonder moreel gingen we onmiddellijk naar onze kamers.

De ark en de ratten, Erik Van Ruysbeek,

Combinatiemogelijkheden


met substantief


  • een afgetobde man
  • een afgetobde vrouw
  • afgetobde vrouwen

'Ik weet niet of het uw geest is die me bezielt. Maar doe me een plezier: laat me deze nacht eens pijn-n en pillenloos slapen.' Binnen de vijf minuten sliep de afgetobde man als een roos.

Pagadders, Leo Geerts,

'Geweldig, werkelijk,' zei Julius, 'maar hij ziet er nu moe uit, uw man.' 'Hij is niet goed, meneer, zijn leeftijd kwelt hem,' zei ze op smekende toon. 'Wat spijtig,' zei Julius, terwijl hij zijn tas openklikte, 'en nu kom ik nog wel met een. . .' 'Hij is opgetreden voor doktoren en geleerden,' viel ze hem in de rede, 'hij heeft alleen slechts door de kracht van zijns geestes verplaatst al datgene wat men hem aanwees.' Julius knikte, en meende even te moeten zwijgen uit een soort eerbied voor de afgetobde man.

Het damesorkest en andere stadsverhalen, Herman Pieter de Boer,

Vlak voor aankomst begon een werkeloze Urker visser de asbakken te legen, een afgetobde vrouw - ze leek nog 't meest op koningin Elizabeth en voorspelde in het hoogseizoen vast de toekomst uit een glazen bol - haalde zonder veel verve alle lege bekers op, en de barman trok - blobblobblob - de stop uit de spoelbak.

Averechts, Gerrit Komrij,

Doyle is 38 jaar en was tot 1993 leraar Engels en aardrijkskunde aan de Greendale Community School in Kilbarrack, een van de desolate woonwijken van Noord-Dublin die je associeert met eendere betonnen huisjesblokken, voortuintjes vol lege frietzakken en colablikjes, machomannen in de pub en afgetobde vrouwen die tegen kinderen schreeuwen.

De Standaard,

  • iemands afgetobde geest
  • iemands afgetobd geheugen

Nu ik haar zó heb leren kennen, in bed, is mijn verlangen naar haar - zelfs nu met mijn vermoeide, afgetobde geest - nog sterker en dwingender.

Liliane, of De spiegelingen van leugen en liefde, Clem Schouwenaars,

Doch dit compleet stilzwijgen, dat vanavond in de flat het minste gerucht hoorbaar maakt, dat mij aanvankelijk meer en meer nerveus heeft gemaakt, werkt nu langzaam maar zeker moordend in op mijn toch al afgetobde geest.

Liliane, of De spiegelingen van leugen en liefde, Clem Schouwenaars,

Er is een ontzettende warboel in Guignards afgetobd geheugen ontstaan! Het gebeuren blijft in Guignard naknagen.

De verdwazing, Andreas Roels,

  • afgetobde gelaatstrekken
  • een afgetobde kop
  • een afgetobde mond

Later verklaarde zij dat ze op dat ogenblik van verblinding in de mening verkeerde, afgaande op de door slapeloosheid en geestrijk nat afgetobde gelaatstrekken van de auditeur die een totale paniek uitdrukten, dat er zich achter het kamerscherm [...] een van de ongelukkige vrouwen bevond met wie hij de vorige nacht op zwier was geweest.

Het verdriet van België, Hugo Claus,

Ineens merkte ze dat ze haar eigen spiegelbeeld kon zien in het zilverwerk. Precies zoals in de advertenties. Ze liet het mes vallen. Ze had een afgetobde kop gezien.

Alle verhalen, Kristien Hemmerechts,

Op het geribbeld bord boent ze de knokkels stuk op een reusachtige, roze directoire met elastiek in de pijpen, en af en toe blaast ze uit haar mooie, afgetobde mond een sliert haar voor d'r ogen weg.

Ben ik eigenlijk wel links genoeg?, Jan Blokker,

met werkwoord


  • er afgetobd uitzien

De deur zwaaide open en een vrouw kwam haar cel binnen. De gevangenbewaarster. 'Goeiemorgen, Katrien,' zei ze. Achter de gevangenbewaarster, in het deurgat, stond Willy De Decker. Hij rookte een Gitane. Hij zag er afgetobd en kwaad uit.

Het goddelijke monster, Tom Lanoye,

'Wat mij enorm dwars zit,' zei Dürrinck, die er bleek en afgetobd uitzag, 'is wie het initiatief heeft genomen de kerels van Inbel op de hoogte te brengen.'

Drugs, Jef Geeraerts,

met ander, nevengeschikt adjectief


  • afgetobd en kwaad

De deur zwaaide open en een vrouw kwam haar cel binnen. De gevangenbewaarster. 'Goeiemorgen, Katrien,' zei ze. Achter de gevangenbewaarster, in het deurgat, stond Willy De Decker. Hij rookte een Gitane. Hij zag er afgetobd en kwaad uit.

Het goddelijke monster, Tom Lanoye,

  • bleek en afgetobd

'Wat mij enorm dwars zit,' zei Dürrinck, die er bleek en afgetobd uitzag, 'is wie het initiatief heeft genomen de kerels van Inbel op de hoogte te brengen.'

Drugs, Jef Geeraerts,