agrarische samenleving 1.0
samenleving waarin de meerderheid van de bevolking leeft van het verbouwen van gewassen
en het houden van vee
Algemene voorbeelden
Na de val van Napoleon trad in de meeste staten economisch herstel op. Nederland was echter in hoofdzaak nog een agrarische samenleving, terwijl de naburige landen meer en meer industrialiseerden.