akelei 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Akelei…
is een plant
- [Afmeting] is 30 tot 80 cm hoog
- [Kleur] komt voor in verschillende kleuren, afhankelijk van de soort, en in het geval van de wilde akelei in de kleuren blauw, roodpaars, roze of wit
- [Vorm] is kruidvormig; heeft vooroverknikkende bloemen
- [Deel] heeft vertakte stengels met driedelige bladeren in groepen van drie, en bloemen waarvan de vijf buisvormige kroonbladen bovenaan uitlopen in rechte of naar binnen gekromde sporen en afwisselen met vijf puntige kelkbladen
- [Plaats van herkomst] is inheems in Europa, Azië en Noord-Amerika
- [Woongebied] groeit in weilanden, bosgebied en in hoger gelegen gebieden, met een voorkeur voor plaatsen met halfschaduw en voldoende vocht in goed doorlatende bodem
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is overblijvend en winterhard
Wetenschappelijke naam: Aquilegia
Rijk | Plantae; Planten |
---|---|
Stam | Embryophyta; Landplanten |
Klasse | Spermatopsida; Zaadplanten |
Orde | Ranunculales |
Familie | Ranunculaceae; Ranonkelfamilie |
Geslacht | Aquilegia |
Algemene voorbeelden
Behalve eigenzinnig is de akelei vooral sierlijk. De stengel is zo dun, dat de bloem gezellig heen en weer wiebelt. Om de stampers en meeldraden tegen heftige voorjaarsbuien te beschermen, 'kijken' de bloemen naar beneden. Aan de achterkant hebben ze gebogen sporen, waardoor de bloemen nog bevalliger lijken dan ze al zijn. Hommels bekijken dat overigens iets zakelijker, want die weten dat de sporen vol zitten met nectar. Met hun voorpoten houden ze zich aan de rand van zo'n spoor vast, steken hun kop er in, halen er met hun lange tong de nectar uit.
De prachtige akeleien mogen eigenlijk niet ontbreken in de meituin want mei is een maand met betrekkelijk weinig bloeiende vaste planten.
Vaste verbindingen
Woordfamilie
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
akelei 1.1
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Algemene voorbeelden
Onder de vaste kruidachtige planten hebt u de keuze uit: Ligularia, Hosta, Rodgersia, Smilacina, Epimedium, vaste Geranium (geen Pelargonium), salomonszegel, hertshooi, akelei.
Nadat ik twee dorpen verderop brood had gehaald, bekeek ik samen met Anke de border, waar Peet tussen blauw bloeiende akelei, lavendel, riddersporen en ereprijs oranjerood vingerhoedskruid had geplant en, erger nog, gipskruid.