allesbeheersend 1.0
Algemene voorbeelden
Door de allesbeheersende budgettaire beperkingen wordt het voor gebieden, die historisch een achterstand opgelopen hebben, veel moeilijker om hun soortgenoten bij te benen.
Politiek is heel belangrijk, maar politiek is geen allesbeheersende levensbestemming.
Op zich is het beginsel van de verantwoordelijkheid van de werknemer een groot goed, maar wanneer dat tot allesbeheersend gezichtspunt wordt, leidt dit tot een vergadercultuur, waarbij het ondernemen er volledig bij inschiet.
Egalitaire en a-politieke opvattingen vindt men ook bij de hellenistische scholen van het Epicurisme en de Stoa. De Stoa koppelde deze opvattingen aan haar doctrine van een universele allesbeheersende zingevende natuurwet.
De centrale vraagstelling van de Griekse filosofie is dan ook deze: wat is die gegeven, allesbeheersende ordening waarvan de mens deel uitmaakt en waaraan hij niet kan ontkomen - wat is de natuur?
Volksromans laten de lezer ontsnappen uit zijn eigen leven waarin niets gebeurt [...]. Schrijvers van serieuze romans zijn van mening dat zulke dingen nooit gebeuren, zulke karakters niet bestaan en dat het minderwaardig is ze te verzinnen. Deze treurige omstandigheid romantiseren ze door het gebeuren van niets zo mooi mogelijk onder woorden te brengen. Wie dan nog niet getroost is, moet zijn troost maar zoeken bij God. Vooral in nederland is deze overtuiging, zeker sinds 'tachtig', de allesbeheersende in de literatuur met een grote L.
En Ockhams scheermes deed zijn werk blijkbaar al lang voordat het zijn naam kreeg, want in de loop van de beschavingsgeschiedenis neemt het aantal axioma's inderdaad steeds verder af: van de primitieve natuurreligies via het polytheïsme tot in de monotheïstische religies, waarin nog slechts één allesbeheersend axioma overblijft: dat van de ene God die alles geschapen heeft en alles regeert.
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- een allesbeheersende drang
- de allesbeheersende idee
- het allesbeheersende idee
- het allesbeheersende probleem
- de allesbeheersende vraag
In deze allegorie staat de zon voor de allesbeheersende idee van het goede die de gehele werkelijkheid verklaart.
Hier dook weer de allesbeheersende vraag op: "Kan grote politiek worden gevoerd zonder enige Weltanschauung?"
Er was een allesbeheersende drang tot voltooiing van de wederopbouw die na de Tweede Wereldoorlog ter hand was genomen.
En het accent van de onderzoeksprogramma's verschuift naar het allesbeheersende probleem van het ontstaan van het leven.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: voor
- allesbeheersend voor iets
Indien nut als het doel allesbeheersend is voor de ondernemingsactiviteiten, maakt men zich minder zorgen over de manier waarop en de weg waarlangs het doel wordt bereikt.