amper een voorschoot groot zijn 1.0
((vooral) in België)
Algemene voorbeelden
Het dorp is amper een voorschoot groot, maar de tomeloze inzet om van de leegstaande pastorie een buurthuis te maken, heeft Nieuwenhove op de kaart gezet.
'Waar u vandaan bent?' herhaalt hij. Als ik niet antwoord, blijft hij verder vragen. Ik vertel het hem. 'Ik ken de naam,'zegt hij, 'dat is alles.' Ik knik kort en draai mijn hoofd naar het raam. Natuurlijk kent hij het niet, ons dorp is amper een voorschoot groot. Wat huizen, wat winkels, een plein met een kerk, een gemeente-huis en een fanfarezaal. Ons Verlangen, zo heet de zaal, én de fanfare.
Hoewel Zierikzee maar een voorschoot groot is, barst dit prachtige stadje van de bezienswaardigheden: er zijn meer dan vijfhonderd beschermde panden.
Vlaanderen is vanuit de lucht slechts een voorschoot groot en telt 308 gemeentes en 5 provincies.