appeltaart 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een appeltaart…
is een taart; is een zaak
- [Uiterlijk] heeft aan de bovenzijde een raster van deegreepjes waardoorheen de vulling zichtbaar is of heeft een laagje met deels over elkaar geschikte dunne plakjes appel
- [Vorm] is doorgaans rond
- [Ingrediënt] bestaat uit een deeg van meel, boter en suiker of een cakebeslag met stukjes appel, eventueel met rozijnen of krenten, citroensap, rum en/of kaneel
- [Gebruikswijze] wordt lauwwarm of koud opgediend, al of niet met slagroom; wordt vaak gegeten bij de koffie of thee; is populair als nagerecht
Algemene voorbeelden
Golden delicious. Een van de bekendste handappels met vast vruchtvlees en een zachtzure smaak. De schil kleurt van groen naar geel en in dit laatste stadium is de appel het zoetst. Het is een ideale appel voor appeltaarten.
Op een heldere voorjaarsdag stond Lisa bij Samos in de deuropening terwijl Sophie achter de toog een appeltaart in punten sneed.
Net toen we klaar waren, ging het belletje van de oven. Maria haalde de laatste drie appeltaarten eruit en zette ze op tafel.
Een appeltaart met rozijnen en kaneel, een taart met glazuur en torentjes slagroom.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- een appeltaart bakken
- een appeltaart eten
- een appeltaart maken
Zullen we een appeltaart bakken?
Dat hij betrapt werd bij het eten van een appeltaart deed hem blozen.
'Daar hebben we het al vaker over gehad,' zegt een andere tante, 'weet je wat de beste manier is om een appeltaart te maken, Mies?'
met adjectivisch voltooid deelwoord
- een aangebrande appeltaart
- een zelfgebakken appeltaart
Er stond inderdaad een aangebrande appeltaart op de tafel maar ik heb niets bijzonders gezien.
Heerlijke zelfgebakken appeltaarten, cakes, schuimpjes.
Vaste verbindingen
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
appeltaart 1.1
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Appeltaart…
is taart; is voedsel
Algemene voorbeelden
Ik rook de troostende geur van appeltaart en trok mijn kousen op.
Je hebt mensen die niet van appeltaart houden.
Kan men een onbedaarlijke honger hebben een uur na zich volgepropt te hebben met varkensgebraad, schorseneren, aardappelen en appeltaart?
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- appeltaart bakken
- appeltaart eten
- appeltaart maken
'Die is met Lena appeltaart gaan bakken,' antwoordde Claire lusteloos.
Lena nam zich voor nooit meer appeltaart te eten, haar hele leven niet.
We gingen toch appeltaart maken.
met adjectief ervoor
- verse appeltaart
- warme appeltaart
Waar het altijd lekker ruikt en gezellig is en iedereen graag aanschuift voor koffie met verse appeltaart of een smakelijk diner.
Echt hoeve-ijs met als uitschieter Hoogstraatse aardbeien en warme appeltaart met kaneelijs mag je in 't Veldcafé voor geen geld van de wereld laten staan.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- aangebrande appeltaart
- zelfgebakken appeltaart
In zijn muil had hij wat eruitzag als een stuk aangebrande appeltaart.
Onbeperkt koffie, thee, water en zelfgebakken appeltaart.
met voorzetselgroep
- appeltaart met slagroom
Zelf balanceert hij een reusachtige punt appeltaart met slagroom op een te klein schoteltje naar hun viezige tafel.
in voorzetselgroep
- een kop koffie met appeltaart
Veel meer dan een kop koffie met appeltaart of een tosti is er vaak niet te krijgen.
met substantief ervoor
- een punt appeltaart
- een stuk appeltaart
Zelf balanceert hij een reusachtige punt appeltaart met slagroom op een te klein schoteltje naar hun viezige tafel.
Een viertal toeristen gebogen over grote stukken appeltaart.
met ander, nevengeschikt substantief
- koffie en appeltaart
In het woonhuis naast de boerderij, waar zijn moeder wacht met koffie en appeltaart, vertelt Kaluiainen dat hij zich zorgen maakt over de toekomst.