appstore 1.0
(media, communicatie en telecommunicatie; business, economie en financiën; neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een appstore…
is een winkel; is een bedrijf
- [Functie] dient om er apps aan te schaffen
- [Medium] is een onlinewinkel
Algemene voorbeelden
Er is sprake van veel meer data op mobiele telefoons dan voorheen, en in het beheren en verwerken van deze data speelt software een hele grote rol [...]. Een appstore (zoals de ovi-store) springt in op deze ontwikkeling: gebruikers kunnen met groot gemak, zonder tussenkomst van een PC, software downloaden en installeren.
Microsoft heeft bij de US Patent Office bezwaar aangetekend tegen het alleenrecht dat Apple meent te hebben op de naam 'App Store'. Microsoft wil dat ieder bedrijf deze benaming mag gebruiken voor een online applicatiewinkel [...]. Apple vroeg het App Store-patent in 2008 al aan en meent dat de handelsnaam betrekking heeft op 'alle winkelservices waarbij computersoftware wordt aangeboden via internet of andere elektronische computernetwerken' [...]. Microsoft meent dat 'app' een algemene term is voor zaken die in een App Store verkocht worden, en dat 'store' eveneens een algemeen begrip is.
Woordfamilie
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Etymologie
Aard herkomst | leenwoord |
---|---|
Vroegste datering | 2009 |
Brontaal | Engels |
Vorm in brontaal | app store |
Betekenis in brontaal | idem |