argumentum ad hominem 1.0
Algemene voorbeelden
Het argumentum ad hominem wordt vaker gebruikt dan je denkt. In de meest gebruikte vorm insinueer je dat je tegenstander een voordeel heeft bij diens standpunt. Onmiddellijk kleeft hem of haar de zweem van partijdigheid of persoonlijk winstbejag aan, en hoeft het argument niet meer inhoudelijk behandeld te worden.
Elke toehoorder weet wel een argumentum ad hominem te onderscheiden en het gebruik ervan zal de spreker vaak onsympathiek doen overkomen, wat natuurlijk ingaat tegen het eerste punt van Aristoteles. De kunst is dan ook het argument wél te introduceren, maar te doen alsof dat niet is gebeurd.
Een derde mogelijkheid is dat uw tegenstander gebruik maakt van een argumentum ad hominem, het argument tegen de persoon. Hier wordt een irrelevante karaktereigenschap verwoven met de argumentatie. Net zoals alle drogredenen kan dit zeer effectief zijn. Zo riep het eerste vrouwelijke parlementslid Bessie Braddock ooit geschokt tegen Churchill, "Winston, you're drunk". De prime minister nam niet de moeite om de beschuldiging te ontkennen. In plaats daarvan reageerde hij met de legendarische woorden "And you Bessie, are ugly. As for my condition, it will pass in the morning. You, however, will still be ugly". Einde discussie.