asjemenou


asjemenou 1.0

(informeel)

tussenwerpsel waarmee men te kennen geeft zeer verbaasd of verrukt te zijn over iets; uiting van verbazing
Vaak als uitroep.

Algemene voorbeelden


Dirk Ayelt Kooiman werd naar aanleiding van dat symposion geïnterviewd over zijn denkbeelden inzake de Nederlandse literatuurkritiek door... Pierre Spaninks. Asjemenou! Ja, het wereldje is maar klein, en de literatuur van de jaren zeventig is er een van lilli-, lollie- en lulliputters.

De bierkaai. Kladboek 2, Jeroen Brouwers,

'Het wordt licht. Asjemenou. Er zijn nog zekerheden!'

De achterkant van de aarde, Karel Osstyn,

Aanleiding was de publicatie van een Amerikaanse studie die tot de bevinding kwam dat eigenaars van auto's met ABS aanzienlijk vaker (24 %) de dood vonden bij een crash dan de bezitters van een ABS-loze wagen. Asjemenou, en wij die dachten de ABS ons in noodsituaties feilloos ter hulp zou schieten.

De Standaard,

Asjemenou, Larrie, wat een dag. Die komt weer met gouden letters in de Annalen.

Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten, Hans Plomp,

'Hoe wou u het gehad willen hebben?' vroeg ze. 'Nou,' zei De Geus en trok aan zijn neus. 'Als ik het voor het zeggen heb, wel, asjemenou, kijk, doe je broek maar uit!' Ze sloeg haar minirokje op en trok het schattige lila slipje langs haar slanke benen omlaag.

Een hete ijssalon, Heere Heeresma,

Bryan ging onverdroten voort met zijn korte samenvatting: '... en toen moesten we naar het dichtstbijzijnde benzinestation lopen, maar toen zag Shw ons, en die heeft ons meegenomen, alleen moesten we wel in de achterbak zitten.' 'Asjemenou.' 'En toen is dat stuk onbenul al lopend over de snelweg helemaal verbrand,' vulde Ted aan, 'vandaar ons korte bezoekje aan het ziekenhuis gisteravond.'

Alle families zijn psychotisch, Douglas Coupland,