babbelen en babbelen


babbelen en babbelen 1.0

continu babbelen; babbelen zonder dat er een eind aan lijkt te komen; blijven babbelen

Algemene voorbeelden


En terwijl ze babbelt en babbelt en als een toneelspeler opgaat in haar eigen drukte, merkt ze niet dat we geregeld afdwalen, er zowaar nog in slagen om af en toe in de warme slipstream van haar geratel weg te dommelen.

De verspreking; Het venster van Hock, Tom Kesenne,

Ze wou alles weten. Françoise babbelde en babbelde. De clown van de klas.

Koud, Geertrui Daem,