baccalaureus 1.0
(wetenschap; onderwijs en opvoeding. De afkorting bc. wordt in principe gebruikt door baccalaurei met een hbo-diploma, en wordt voor de naam geplaatst. De afkorting bacc. wordt gebruikt door baccalaurei met een universitair diploma, en wordt achter de naam geplaatst.)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een baccalaureus…
is een persoon; is een levend wezen; is een wezen
- [Deskundigheid of vaardigheid] heeft het baccalaureaat verkregen na een vierjarige niet-technische hbo-opleiding, bv. in richtingen als bestuurskunde, economie, juridische dienstverlening en lerarenopleiding, of heeft een vijfjarige universitaire studie na vier jaar verkort afgesloten, of heeft in België een eerste cyclus voltooid van een studie theologie of filosofie
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: in
- baccalaureus in de wijsbegeerte
Hij deed een hoop dingen tegelijk, rechten, politieke en sociale wetenschappen, economie. Economie deed hij half, wat overbleef heeft hij na de rechten er nog bij gedaan en in één adem is hij toen ook baccalaureus in de wijsbegeerte geworden.
Woordfamilie
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
baccalaureus 1.1
(wetenschap; onderwijs en opvoeding)
Algemene voorbeelden
Na een bacheloropleiding mag je je 'bachelor' noemen. De (oude) titels ing (voor technische studies) en baccalaureus blijven toegestaan.