banjo 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een banjo…
is een muziekinstrument
- [Geluid] maakt korte, droge, enigszins schelle klanken; wordt vaak gebruikt om een snelle opeenvolging van korte nootjes te spelen
- [Attribuut] wordt vaak bespeeld met een plectrum
- [Bouw] heeft een lange hals met fretten; heeft een ronde klankkast die op een tamboerijn lijkt en die aan de voorkant bespannen is met een zachte stof, zoals perkament, varkensblaas of een zachte kunststof; heeft metalen snaren, gewoonlijk vijf, die over de hals en de klankkast gespannen zijn en die in het midden van de klankkast op een kam rusten
- [Soort] is een tokkelinstrument; is een snaarinstrument
- [Doel of bestemming] wordt vooral gebruikt in de Amerikaanse volksmuziek en muziek die daardoor geïnspireerd is; wordt veel gebruikt in de Amerikaanse countrymuziek, vooral in de bluegrass; werd gebruikt in oude jazz
- [Gebruikswijze] wordt bespeeld met de vingers, waarbij met de ene hand de snaren bij de fretten ingedrukt worden om ze te verkorten en met de vingers van de andere hand wordt getokkeld ter hoogte van de klankkast; wordt soms getokkeld met een plectrum
Algemene voorbeelden
Met behulp van banjo, gitaar, harmonica, kazoo, muziekdozen, allerlei speelgoedinstrumenten en elektronisch vervormde stemmen speelden de heren, van wie enkele deel uitmaken van de groep Motorpsycho, pretentieloze huis-, tuin- en keukendeuntjes, die meer dan eens de lachspieren van de toeschouwer kietelden.
Klassieke en akoestische gitaren, violen, cello's en andere snaarinstrumenten (mandolines, banjo's...) vullen nu op hun beurt de eerste verdieping van dit pand.
Met hun bijzondere instrumentarium, waaronder banjo's, mandoline, ukelele, kazoo en 'Kuttepiel' maken zij er overal een swingend feest van.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- een banjo bespelen
Men bespeelt de banjo door te tokkelen met de vingers of een plectrum.
met adjectief ervoor
- een elektrische banjo
- een twaalfsnarige banjo
- een vijfsnarige banjo
De bouzouki (populaire Griekse volksluit met lange hals en frets waarbij de snaren twee aan twee bevestigd zijn); de mandoline; de 5-snarige banjo hebben een tamboerijnachtige romp die bestaat uit een ronde klankkast die aan de voorkant bespannen is met plastic of perkament.
Cruciaal in het instrumentarium van The Popes zijn de elektrische banjo en de tin whistle, die een folk-tintje geven aan de tamelijk doordeweekse rockmuziek van MacGowans nieuwe drinkebroeders.
Juist als ik in Dublin in een stille, vervallen straat een groot bord op de deur van een huis sta te lezen [...], waarbij ik in gedachten vaag iemand voor me zie die midden in de nacht op deze plek een Ierse ballade staat te zingen, zich daarbij begeleidend op een twaalfsnarige banjo, als er een paar straten verder een ontploffing weerklinkt waarvan de drukgolf zachtjes tegen me aanduwt.
in voorzetselgroep
- op banjo
- op een banjo begeleiden
- op een banjo spelen
- op een banjo tokkelen
Een dikke man tokkelde op een banjo en twee anderen zongen een lied, waarbij ze met hun hakken op de grond stampten en in hun handen klapten.
De zangers begeleiden zichzelf op typische instrumenten als de banjo, de mandoline, de cittern en de bodhran, het oudste percussie-instrument uit de Ierse cultuur.
'Op banjo, cuatro en oed, Juan Prado, hij komt uit Argentinië'.
Toen, alsof haar iets te binnen schoot, deed zij haastig het raam open en blies de rook in de richting van de veranda naar de wand waarop mandarijnen reverences maakten en dames met platte, wijde hoeden in bootjes zaten en op banjo's speelden.
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
banjo 1.1
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een banjo…
is muziekspel
Algemene voorbeelden
De inbreng van de banjo van Bela Fleck op diverse nummers is geen gelukkige beslissing.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- banjo spelen
Zijn vrouw speelt er banjo bij in Tiroler klederdracht.