banksparen 1.0
(business, economie en financiën; neologisme)
fiscaal gunstig sparen dat vooral bedoeld is als alternatief voor verzekeren en waarbij
het spaarbedrag op een geblokkeerde rekening bij een bank wordt gestort, de zogeheten
bankspaarrekening, en waarbij het spaartegoed pas na een bepaalde tijd en voor bepaalde doelen op te
nemen is, bv. om een pensioen aan te vullen, een uitvaart te betalen of een hypotheek
af te lossen
Semagram (extra betekenisinformatie)
Banksparen…
is sparen; is een handeling
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is vooral een alternatief voor verzekeren
- [Legitimiteit] is als spaarvorm sinds 1 januari 2008 mogelijk na een wetsvoorstel van Staf Depla (PvdA) en Bibi de Vries (VVD)
- [Toepassingsgebied of bereik] betreft sparen op een geblokkeerde rekening van een bank, een zogeheten bankspaarrekening, waarbij het spaarbedrag pas na een bepaalde tijd vrijkomt en slechts voor bepaalde doelen kan worden gebruikt, bv. het aflossen van een hypotheek, het betalen van een uitvaart of het aanvullen van een pensioen
Algemene voorbeelden
De Eerste Kamer heeft de wetswijziging om in 2008 te mogen banksparen aangenomen. Door het banksparen verliezen verzekeraars hun monopoliepositie in het sparen voor een pensioen of beleggingshypotheek.
U kunt banksparen voor uw pensioen, voor de aflossing van uw hypotheek, voor een overlijdensuitkering en voor het onderbrengen van een stamrecht (ontslagvergoeding). U kunt banksparen op een spaarrekening of bankbeleggen met een beleggingsrekening.
Etymologie
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2006 |
Periode opkomst | 2008 |