barbecueën 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Barbecueën…
is een activiteit
- [Plaats] vindt over het algemeen plaats in de openlucht
- [Activiteit of handeling] betreft het roosteren van voedsel op een barbecue
Algemene voorbeelden
Karakteristiek voor de Oklahoma Joe zijn de multifunctionaliteit, de mobiliteit en de mogelijkheid om gezond én lekker te barbecueën.
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: op
- barbecueën op de camping
- barbecueën op de dagkampeerterreinen
- barbecueën op de meeste parken
Op de meeste parken mag er bij de accommodaties gebarbecued worden.
Het is toegestaan om te barbecueën op de dagkampeerterreinen. U dient een rooster te gebruiken dat geen schroeiplekken achterlaat in het gras.
's Avonds barbecueden we op de camping en midden in de nacht eindigden we bij de vuurkorf met hete voeten en een koude rug.
tegenwoordig deelwoord als adjectief gebruikt
- barbecueënde brandweerlieden
Barbecueënde brandweerlieden hebben in de kleine Japanse stad Shimohetsugi per ongeluk hun eigen brandweerkazerne in de fik gestoken. Dat gebeurde tijdens een feestje, waarmee de succesvolle afsluiting van een brandpreventiecampagne werd gevierd.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- barbecueactiviteit
- barbecueassortiment
- barbecueavond
- barbecuebuffet
- barbecuefan
- barbecuefeest
- barbecuefestijn
- barbecuefornuis
- barbecuegebruik
- barbecuegedeelte
- barbecuegelegenheid
- barbecuegeur
- barbecuegeval
- barbecuehesp
- barbecuehistorie
- barbecuekampioen
- barbecuekampioenschap
- barbecuekruiden
- barbecueliefhebber
- barbecuemaaltijd
- barbecuemeubel
- barbecuepakket
- barbecueparty
- barbecuepen
- barbecueplek
- barbecueprestatie
- barbecuerecept
- barbecuesaus
- barbecueschaamte
- barbecueschort
- barbecueset
- barbecueshow
- barbecuespecialist
- barbecuespies
- barbecuespits
- barbecuestel
- barbecuetocht
- barbecue-uitrusting
- barbecuevlees
- barbecuevuur
- barbecueworst
- barbecueworstje