beamer 1.0
(media, communicatie en telecommunicatie; ICT; neologisme)
digitale projector, waarmee computerbeelden en videobeelden kunnen worden geprojecteerd,
meestal vanaf een computer
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een beamer…
is een projector; is een apparaat; is een voorwerp
- [Vorm] is meestal een vrij plat, rechthoekig apparaat
- [Attribuut] wordt vaak gebruikt in combinatie met een, meestal wit, projectiescherm en een computer
- [Deel] bestaat onder andere uit een lamp en een projectielens
- [Functie] wordt gebruikt om er computerbeelden of videobeelden mee te projecteren
- [Gebruikswijze] wordt meestal aangesloten op een computer of een laptop
- [Werking of functionering] projecteert via een lens beelden op een scherm of op een muur
Algemene voorbeelden
Een beamer is vergelijkbaar met een diaprojector [...]. Een beamer kan aan een laptop gekoppeld worden en zo het scherm van de laptop op de muur of op een diascherm projecteren. Televisies en gewone computers kunnen ook aangesloten worden op een beamer.
Voor alle groepen is een beamer beschikbaar waardoor de leerkracht in het klaslokaal video- en computerbeelden aan de kinderen kan laten zien.
Een beamer projecteert een beeld vanuit een computer, rechtstreeks op een groot scherm aan de wand van het lokaal.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- beeldbeamer
- bioscoopbeamer
- breedbeeldbeamer
- buitenbeamer
- camerabeamer
- filmbeamer
- klasbeamer
- kwaliteitsbeamer
- laserbeamer
- lcd-beamer
- megabeamer
- minibeamer
- plasmabeamer
- projectiebeamer
- schoolbeamer
- skybeamer
- smartbeamer
- superbeamer
- televisiebeamer
- tv-beamer
- videobeamer
- wifibeamer
- woonkamerbeamer
- zakbeamer
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Overige woordfamilieleden
Etymologie
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Periode opkomst | 2000 |
Bijzonderheden | Het woord beamer geldt als 'pseudoanglicisme' en komt in het Engels niet in deze betekenis voor. |