beekprik 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een beekprik…
is een kaakloze vis; is een dier
- [Afmeting] is 17,5 cm lang
- [Voortplanting] leeft eerst drie tot zes jaar als blinde larve in de bodem
- [Plaats] leeft in zoet water; leeft zijn hele leven in dezelfde beek
- [Woongebied] komt voor in de Benelux
- [Leeftijd] kan 6 jaar oud worden
- [Gedrag] is een planteneter; is een filtervoeder
- [Gelijkenis] ziet eruit als een visje, is echter strikt genomen geen echt visje maar een zogenaamde kaakloze vis of rondbek en specifieker een lamprei, prik of prikvis
- [Onderscheid of tegenstelling] is in tegenstelling tot de rivierprik of zeeprik niet parasitair
Wetenschappelijke naam: Lampetra planeri
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Chordadieren |
Klasse | Cephalaspidomorphi |
Orde | Petromyzontiformes |
Familie | Petromyzontidae |
Geslacht | Lampetra |
Soort | Lampetra planeri |
Algemene voorbeelden
In de sloten krioelde het van de negenogen (beekprikken) en bloedzuigers.
De rivierprik is nauw verwant aan de beekprik. Net als bij de beekprik wordt een groot deel van zijn leven (zo'n 4½ jaar) doorgebracht als larve in de bodem.
De beekprik is een merkwaardig visje, hooguit een vinger lang.
Bij proefvangsten zou een team van de universiteit van Antwerpen hier verleden jaar zelfs verscheidene kleine botten, beekprikken, rivierkreeften en massa's (stroomopwaarts trekkende) glasaaltjes bovengehaald hebben.
De bronbeken binnen de historische boskernen zijn het leefgebied van de uiterst zeldzame Rivierdonderpad, Beekprik, Beekforel en Vuursalamander.