beschermwaardigheid

Uit een onderzoek van de gevoelens en attitudes die voortkomen uit het feit dat de meerderheid van de mensen een tendens hebben om de vrucht in de moederschoot tot op zekere hoogte met een pasgeboren baby te identificeren is gebleken dat het maatschappelijke waardevol is een zeker statuut van respect en beschermwaardigheid aan die 'vrucht' toe te kennen, maar dit in een mate die afneemt bij vroegere stadia van de zwangerschap.

Menselijk leven dat geschapen is door God, we lezen dat in de bijbel, dat is heel belangrijk en daarom heeft het menselijk leven ook beschermwaardigheid.

Een embryo heeft geen belangen als zodanig, maar geniet uitsluitend beschermwaardigheid als voorloper van een toekomstige persoon.

Men kan hieruit besluiten dat het toekennen van waarde en beschermwaardigheid aan het embryo en de foetus een brede erkenning binnen de mensengemeenschap kan vinden, als die waarde in relatie wordt gebracht met de feitelijke toestand ervan en van de wijze waarop de mensen hierop spontaan reageren.

De embryo's krijgen een beschermwaardigheid die in overeenstemming is met die van ander schaars menselijk materiaal.

Dit is een 'fixistische' benadering in de zin dat er gekozen wordt voor een absolute beschermwaardigheid van het embryo na de veertiende dag.

Als we consequent de redenering doortrekken en niet in discriminatie willen vervallen tegenover dieren, dan moeten we een morele beschermwaardigheid toekennen niet alleen aan honden en katten, maar ook aan slangen, muizen of ratten en andere dieren die we ongedierte noemen.

Binnen het procreatieproject zijn niet alleen de IVF-embryo's waardevol: ook de eicellen en het sperma worden als wezenlijke stapstenen naar dat kind in wording ervaren en bekomen een hoge beschermwaardigheid.

Door morele beschermwaardigheid te verbinden aan wetenschappelijke, neurologische criteria draagt de dierenrechtenbeweging ook bij tot een klimaat van moreel relativisme.

De Commissie voor Medische Ethiek heeft altijd de hoge beschermwaardigheid van het menselijk embryo beklemtoond, als menselijk leven in ontwikkeling.

Deze betrekkelijke beschermwaardigheid kan het best tot uitdrukking komen in het stellen van voorwaarden aan ethisch verantwoord onderzoek, niet in een verbod.

Onder groep (c) rangschikken we diegenen die een absolute beschermwaardigheid van het embryo voorstellen vanaf de 15de dag, en een meer beperkte tijdens de eerste 14 dagen; de motiveringen voor dit standpunt kunnen uiteenlopend zijn.

Deze praktische problemen vormen, uitgaand van de opvatting dat belangrijke onderzoeksdoelen de relatieve beschermwaardigheid van prille embryo's kunnen 'overrulen', en gegeven het feit dat sommige onderzoeksvragen simpelweg niet kunnen worden beantwoord door onderzoek met restembryo's, een krachtig argument voor het bij uitzondering toelaten van het doen ontstaan van embryo's voor onderzoek.

"Het is natuurlijk een filosofentruc om te spreken van toenemende beschermwaardigheid van de embryo maar ik gebruik het wel, omdat we anders niet verder komen".

Bovendien is deze positie ook onverenigbaar met een zeer brede intuïtie, die in de meeste abortuswetten haar neerslag vond, nl. dat, hoe verder de zwangerschap gevorderd is, hoe zwaarwichtiger de redenen voor abortus moeten zijn, hetgeen impliceert dat men een groeiende beschermwaardigheid van de foetus aanneemt, ongeacht de wens van de moeder.

Het criterium is niet 'fixistisch', omdat het vóór de geboorte geen duidelijk moment voorstelt voor het begin van de 'persoon', maar het is ook niet echt 'gradualistisch' omdat het niet uitloopt op een stijgende beschermwaardigheid van het embryo en de foetus naarmate men dichter komt bij de geboorte.

Misschien helpt het om over die vermeende verminderde beschermwaardigheid van het leven in relatie tot de euthanasiepraktijk allereerst dit op te merken. Veel artsen die ervaring hebben met euthanasie melden daarover onder meer dat in een relevant aantal gevallen - nadat de arts uiteindelijk toegezegd heeft om te eniger tijd te zullen voldoen aan het verzoek om euthanasie - de verzoeker daarover zo opgelucht is, dat hij of zij daardoor langer leeft en tenslotte vaak bovendien een natuurlijke dood sterft.

Het onderzoek op pre-embryo's maakte derhalve geen inbreuk op het principe van de beschermwaardigheid van het menselijk leven.

In plaats van moreel verontwaardigd tegenover een patiënt te gaan staan, is beschermwaardigheid van het leven juist gediend door iemand die om euthanasie vraagt de hand te rijken, haar of hem niet in koele betweterigheid in de kou te laten staan.

Uit de beschermwaardigheid van het leven vloeit tenslotte voort dat wanneer iemand zich tot een arts wendt met het verzoek om op een zelf te bepalen moment het leven te beëindigen, die arts de plicht heeft de motieven van de hulpvrager te onderzoeken en alternatieven voor de zelfdoding aan te bieden.

'De beschermwaardigheid van het menselijk leven is niet langer vanzelfsprekend', zo wordt gesteld.

Misschien helpt het om over die vermeende verminderde beschermwaardigheid van het leven in relatie tot de euthanasiepraktijk allereerst dit op te merken. Veel artsen die ervaring hebben met euthanasie melden daarover onder meer dat in een relevant aantal gevallen - nadat de arts uiteindelijk toegezegd heeft om te eniger tijd te zullen voldoen aan het verzoek om euthanasie - de verzoeker daarover zo opgelucht is, dat hij of zij daardoor langer leeft en tenslotte vaak bovendien een natuurlijke dood sterft.

De beschermwaardigheid van het menselijk leven, zowel van donor als ontvanger, geldt als ijkpunt bij beslissingen.

Hoe kan iemand met een beroep op het argument van de beschermwaardigheid van het leven, het beëindigen van datzelfde leven ethisch als goed waarderen?

De minister heeft de term "beschermwaardigheid van het leven" nog niet laten vallen en dat verontrust hem.

Ook al is een embryo in vitro 'iets' dat uiteindelijk naar de geboorte van een mens kan leiden - wat tot enig respect aanleiding moet geven - het staat er in alle relevante kenmerken zover van af dat het toekennen van hetzelfde statuut als dit van een foetus van 35 weken, volkomen contra-intuïtief is, en elke redelijke grondslag ontbeert. Zoals het betoog onder '4.4.1.' maakt ook dit de aanvaarding van graden van beschermwaardigheid van embryo en foetus plausibel.

De beschermwaardigheid van het embryo wordt in dit geval van bij de aanvang heel hoog ingeschat.

Het meer diepgaande debat omtrent de zinvolheid van medische begeleiding van de kinderwens, de beschermwaardigheid van het embryo en de opvoedingscapaciteit van de aanvragers wordt dan niet gevoerd.

De abortuswetgeving ontkent geenszins de beschermwaardigheid van de foetus maar stelt slechts dat abortus toelaatbaar is indien de zwangere zich in een noodsituatie bevindt.

Sommige leden van groep (e) merken hierbij op [...] (4°) Dat de brede aanvaarding van de eerste-trimesterabortus niet wijst op een sterke interiorisatie van de waarde van beschermwaardigheid van het embryo.

Maar aangezien het bestaan van deze waardevolle gevoelens de grondslag vormt van het feit dat we de beschermwaardigheid van de baby overdragen op de late foetus, wordt ook die beschermwaardigheid minder intens aangevoeld in de vroegere stadia.