beulen


beulen 1.0

hard werken; zwoegen

Semagram (extra betekenisinformatie)


Beulen…

is een activiteit

      Algemene voorbeelden


      Je schrikt je even kapot als je hoort dat je de kampioenschappen mag organiseren. 'Dan is er geen tijd meer om je waar dan ook zorgen over te maken. Dan moet er gebeuld worden'.

      Meppeler Courant,

      Combinatiemogelijkheden


      met een infinitief met te


      • staan te beulen

      Ze zocht Henri op in de appartementen die hij her en der in de binnenstad verbouwde. Eerst was het dat huis aan het Singel [...], ten slotte een groot huis aan de Amstel, waar alles tegenzat en hij uiteindelijk met zes man stond te beulen om op tijd klaar te zijn.

      Hokwerda's kind, Oek de Jong,

      Woordfamilie


      Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen