biatlon 1.0
(sport en recreatie; politiek en bestuur)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een biatlon…
is een wedstrijd; is een gebeurtenis
- [Deel] bestaat uit twee onderdelen: langlaufen en schieten in de winter, en hardlopen en schieten in de zomer
- [Ontstaan] heeft zijn oorsprong in de jacht. Prehistorische jagers gingen in de zomer lopend op jacht; in de winter deden ze dat op een soort ski's.
- [Tijd] wordt in de winter gehouden, maar ook in de zomer
Algemene voorbeelden
De oorsprong van biatlon ligt bij de jacht. De prehistorische jagers gingen met speer en pijl en boog op jacht naar wilde dieren. In de zomer deden ze dat lopend, maar 's winters gebruikten ze een soort ski.
Naast het langlaufen moet je bij biatlon tussendoor ook nog schieten. Dit doe je zowel liggend als staand. Iedere keer schiet je vijf kogeltjes op een klapschijf. Als alle vijf de klepjes om zijn kun je weer verder. Maar als je mist moet je voor elke misser een strafronde lopen of krijg je een tijdsstraf. In de zomer kun je ook aan biatlon doen. In plaats van langlaufen moet je dan hardlopen.
Combinatiemogelijkheden
in voorzetselgroep
Voorzetsel: aan
- aan biatlon doen
Tijdens de zomerbiatlonwedstrijden (hardlopen) kijkt de NSkiV of jij ook talent hebt om 's winters aan biatlon te doen.
met substantief ervoor
- het wereldkampioenschap biatlon
Nu waren ze na jaren voorbereiding eindelijk klaar om deel te nemen aan het militaire wereldkampioenschap biatlon, en dan mogen ze - omdat het dit jaar in Oostenrijk doorgaat - niet gaan van defensieminister Flahaut.