boomstronk 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een boomstronk…
is een stronk
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is de stronk van een boom
Algemene voorbeelden
De bomen hielden hier op en de 'tuin' begon, een stuk ongemaaid gras waar de boomstronken nog uitstaken; die hadden ze bij het vrijmaken van het terrein kennelijk maar laten zitten.
Op een onverhard pad struikelt hij over een boomstronk en valt languit in de modder.
Op een boomstronk zat Guido Ravenhorst somber in het vuur te staren.
Pissebedden verwerken nagenoeg 1/6 van de jaarlijkse bladerval. Ze zijn niet gelijkmatig in de bosbodem verspreid. Overdag zitten ze samen op donkere vochtige plaatsen (onder de schors van boomstronken, onder afgebroken takken).
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- een dode boomstronk
Een spitsmuis houdt weer niet van elke soort pissebed. Niettemin: als je enige tijd bladeren hebt gekeerd, tegels hebt gelicht en dode boomstronken gedraaid, kun je aardig wat voedsel voor ze bij elkaar krijgen.
- een enorme boomstronk
Het was een enorme boomstronk van waaruit, twee per twee, zes berkestammen openwaaiend naar de hoogte klommen.
- een holle boomstronk
Maar met de betekenis van het woord kuipplant is ook de inhoud van het woord kuip veranderd [...]. De hedendaagse kuip kan een wilgentenen mandje zijn, maar evengoed een oude autoband, een wasteil, een vuinisbak, een sla-mandje, of een holle boomstronk.
- een glibberige boomstronk
Zachtjes ontgloeiden de schimmels op de glibberige boomstronken en vochtige takken.
- een kale boomstronk
Het stelt een zolderachtige ruimte met een half afgebroken stenen muur voor, waarin zich een ontmoeting tussen een kale boomstronk en een regenpijp afspeelt.
- een oude boomstronk
Soms hoor je alleen het beekwater gorgelen onder het ijs of het hakken van de grote spitse snavel van een zwarte specht op een oude boomstronk.
- een robuuste boomstronk
Waar nodig duwt hij zijn schoen in het stevige steunpunt van een blootliggende, schilferig natzwarte boomwortel, voor hij zich met behulp van een robuuste boomstronk met een zwaai omhooghijst: hij komt langzaam, zeker, vooruit.
- een rotte boomstronk
Hij heeft nog vier tanden in zijn mond, die als rotte boomstronken uit zijn kaaksbeen steken.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- een afgezaagde boomstronk
Een dozijn afgezaagde boomstronken stond als een rij rotte kiezen in het weiland.
- een gekapte boomstronk
Waar sloten waren geweest was de stroming krachtiger gebleven en men kon onder water de vroegere prikkeldraadversperringen slap zien hangen aan ongelijke palen en scheef gekapte boomstronken.
- een omgehakte boomstronk
Het strand lag vol puin van vernielde gebouwen, omgehakte boomstronken en achtergelaten vuilnis.
- een omgevallen boomstronk
Als hij bij een omgevallen boomstronk komt, stapt hij er met gemak overheen: één naar boven, twee naar beneden, zonder zijn pas te vertragen.
- een overwoekerde boomstronk
Toen ze op die met klimop overwoekerde boomstronk zaten waar ze steevast hun lunchpakket verorberden, had Barbara hem in het oor gefluisterd dat hij opnieuw vader werd.
- een verbrande boomstronk
Een verschroeid land kwam tevoorschijn, een oord met verbrande boomstronken en afgevallen takken en hier en daar een stapel botten.
- een vermolmde boomstronk
Als je er gaat wandelen, dan zie je alleen vermolmde boomstronken en de diepe sporen die de erosie heeft achtergelaten.
- een verrotte boomstronk
Hij schijt in de uitholling van een verrotte boomstronk en controleert de kleur en consistentie om te zien hoe zijn darmen ervoor staan.
- een versleten boomstronk
Op de plek waar we onze dozen neerzetten staan nog steeds dezelfde versleten boomstronken.
met ander, nevengeschikt substantief
- wortels en boomstronken
Wortels en boomstronken worden zorgvuldig weggehaald, en de overblijvende holten worden met een synthetisch materiaal opgevuld.