boterkoek 1.0
Bron:
Yohan euan o4
(
CC BY 3.0
)
((vooral) in België)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een boterkoek…
is een broodje; is voedsel
- [Smaak] is min of meer zoet
- [Vorm] is min of meer ovaal; is in het midden boller dan bij de uiteinden
- [Ingrediënt] is gemaakt van gerezen bladerdeeg; bevat wel of geen rozijnen; is soms voorzien van een laagje chocolade, een wit laagje suikerglazuur of een beetje poedersuiker
- [Functie] is voedsel; is een lekkernij
- [Bereiding] wordt gemaakt door bladerdeeg te laten rijzen en te bakken in de oven
- [Plaats] is een Belgische specialiteit
- [Tijd] wordt vaak op zondag bij het ontbijt gegeten
- [Gebruikswijze] wordt graag gegeten bij koffie of chocolademelk; wordt droog gegeten of wordt doormidden gesneden en besmeerd met boter
- [Producent] wordt vers gemaakt door de warme bakker of banketbakker; is ook wel verkrijgbaar bij de supermarkt
- [Omstandigheid] wordt bij het ontbijt gegeten; wordt ook gegeten bij feestelijke gebeurtenissen met koffietafels
Algemene voorbeelden
Mieren. Je ziet ze zelden alleen, het zijn insecten met een groepsgeest en een uitgesproken doel. De ochtend van Biekes eerste communie was dat de immense zak vol ovenverse boterkoeken. Besteld bij de bakker, nog voor de kerkdienst afgehaald en in de broodkast gelegd. Straks zou het gezin, aangevuld met wat familieleden en vrienden in deze koeken de tanden zetten. Dat wilden de mieren ook.
Louis mocht de boterkoeken smeren en de koffie inschenken.
Vóór het concert werden de muzikantjes ontvangen bij Fritz-Daskalidès in de Veldstraat, waar ze vergast werden op chocolademelk met boterkoeken.
De meest gangbare broodsoorten (wit, bruin en volkoren) bevatten gemiddeld 3% vet, of 1 gram vet per snede brood. Let wel, 'luxebroodjes' als croissants en boterkoeken zijn veel vetrijker.
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
- een boterkoek met rozijnen
- boterkoeken met rozijnen
- boterkoeken met suikerglazuur
Een boterkoek met rozijnen steeg met 7 frank, van 11 naar 18 frank.
Men gaat boterkoeken met rozijnen halen.
Zijn vader heeft op hen gewacht om te ontbijten, met hun vieren zitten zij aan de van zon blinkende tafel en eten boterkoeken met wit suikerglazuur erop.
met ander, nevengeschikt substantief
- pistolets en boterkoeken
- boterkoeken en pistolets
Ze had haar schaal met pistolets en boterkoeken aan de kant gezet.
De klokken luidden de hele morgen en toen Louis boterkoeken en pistolets moest halen ontdekte hij in de wandelaars die hun paaskostuum hadden aangetrokken niet één teken van ontzag of verbazing tegenover het gedingdong dat de lucht deed zinderen en om blijdschap vroeg omdat Jezus na al zijn smart en miserie verrezen was.
boterkoek 2.0
Bron:
JZ85
(
CC BY-SA 3.0
)
((vooral) in Nederland)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een boterkoek…
is een koek; is voedsel; is een zaak
- [Smaak] is zoet
- [Vorm] is een ronde, platte koek
- [Ingrediënt] bevat bloem, roomboter, basterdsuiker of gewone suiker, vanilliesuiker, een beetje melk, een beetje zout en een ei; kan eventueel gevuld worden met amandelspijs, vruchten of noten
- [Functie] is een lekkernij
- [Bereiding] wordt bereid door de ingrediënten tot een deeg te kneden, het deeg in een boterkoekvorm te doen en te bakken in de oven
- [Gebruikswijze] wordt in stukjes, blokjes of puntjes gesneden en zo geserveerd
- [Omstandigheid] wordt gegeten bij de koffie of als tussendoortje
Algemene voorbeelden
Kitty schonk thee en sneed de boterkoek die ze gebakken had.
We moeten, zegt ze, begrip opbrengen voor onze naasten: "Hoe vaak denken we niet eerst aan onszelf als de boterkoek rondgaat?"
Wij hebben dan ook keuze uit de volgende soorten: [...]; grote ronde boterkoeken: boterkoek massief: om zelf in puntjes te snijden; boterkoek gevuld: met amandelspijs; vruchten/noten boterkoek: lekker krokant; pecan boterkoek: met pecannoten en honing.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
boterkoek 2.1
Betekenisbetrekking
| Betrokken betekenissen | 2.0 : 2.1 |
|---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Boterkoek…
is koek; is voedsel; is een stof
Algemene voorbeelden
Ik leer haar koken, boterkoek en cake bakken in de nieuwe oven.