bovenhuis


bovenhuis 1.0

woning die gelegen is op een bovenetage en die meestal bereikbaar is via een eigen trap met een voordeur aan de straat

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een bovenhuis…

is een woning

  • [Attribuut] beschikt doorgaans over een eigen voordeur en een trap die naar de woning leidt; beschikte vroeger, en soms ook nu nog, over een touw waarmee de voordeur geopend kan worden
  • [Plaats] bevindt zich op een hoger gelegen etage in een huis
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is een typisch verschijnsel in Nederlandse steden; komt in die vorm veel minder voor in het buitenland

    Algemene voorbeelden


    Hij haalde zijn sleutels, opende de voordeur naast de zijne en liep de trap op naar het bovenhuis, het pied-à-terre van zijn ouders.

    Hokwerda's kind, Oek de Jong,

    Waggelend van onderbroken slaap greep hij zich vast aan het touw onder de trapleuning waarmee tot Suzettes verbazing in Hollandse bovenhuizen de deur werd opengetrokken.

    't Is zo weer nacht, Joyce Roodnat,

    Twaalf drukgebarende, smakkende, pratende, lachende mannen en vrouwen vulden ons kleine bovenhuis.

    De Hunnen. Dl. 3: Vrede, Jan Cremer,

    Combinatiemogelijkheden


    in voorzetselgroep


    • in een bovenhuis wonen

    Ze woonde in een bovenhuis op de Burgemeester de Jonghkade.

    Het woeden der gehele wereld, Maarten 't Hart,

    • op een bovenhuis wonen

    Omdat hij een buitenhond is, valt het hem zwaar dat hij nu in de stad op een bovenhuis moet wonen.

    NRC,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    bovenhuis 2.0

    afbeelding

    Bron: Galerij van restauratie SIMAV molens
    ( CC BY-NC 3.0 )

    draaibare bovenbouw van een wipmolen die berust op een spil in een houten koker en die gericht kan worden naar de wind

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een bovenhuis…

    is een bouwonderdeel

    • [Attribuut] berust op een spil in een koker
    • [Bouw] bestaat uit een blokvormige gesloten constructie met een hellend of rond dak waarbinnen het molenmechanisme zich bevindt; draagt buiten aan de voorkant de molenwieken
    • [Materiaal] is meestal van hout
    • [Geheel] is een onderdeel van een wipmolen
    • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] kan gedraaid worden volgens de windrichting

    Algemene voorbeelden


    Bij de standerdmolen vormt een dikke houten paal de spil waaromheen de kast draait. Bij een wipmolen is die spil een houten koker waarin een houten as draait - de koningsspil. De beweging van het wiekenkruis wordt via houten kamwielen, via de koningsspil, overgebracht naar het scheprad. Het bovenhuis hangt op die holle koker en kan 360° gedraaid worden zodat de wind in elke richting kan worden opgevangen.

    http://www.simav.nl/molentypen/molentypen.htm