bucolisch


bucolisch 1.0

het landleven of het platteland betreffend; betrekking hebbend op het landleven of het platteland, of meestal op een idyllische, verheerlijkende voorstelling daarvan; arcadisch; landelijk; rustiek

Algemene voorbeelden


Er is een nostalgie naar het bucolische, het landelijke, maar wetenschappers zeggen mij dat we nu minstens zo gezond eten als vroeger.

De Standaard,

Combinatiemogelijkheden


met substantief


  • bucolisch leven
  • een bucolisch tafereel
  • het bucolische beeld
  • het bucolische landschap

Een streek die ook landinwaarts heel wat heeft te bieden met nationale parken, wandel- en fietsroutes, rooms-katolieke dorpskerkjes met fresco's en mozaïeken, wijngaarden in de heuvels, bucolisch leven, midden-Europese folklore en tradities, en manèges in centraal-Istrië.

De Standaard,

Een bucolisch tafereel bestaande uit een oude windmolen, een kabbelende beek en een onwerkelijk blauwe lucht.

De stenen toren, Jo Claes,

Rijke boom- en wijngaarden en welgevulde tafelen, dat was het bucolische beeld dat de naam Moldavië ten tijde van de Sovjet-Unie opriep. De voorbije vijf jaar waren minder bucolisch. De oogsten en de burgers hadden erg te lijden onder energieschaarste.

De Standaard,

Het sereen bucolische landschap en de fraaie azulejo's (beschilderde tegels) konden enkele tientallen Belgische supporters niet bekoren. In plaats van te proeven van de rijke traditie van Guimaraes, de wieg van Portugal, en met mate te genieten van de sprankelende vinho verde, kapten ze liters bier naar binnen.

De Standaard,

bucolisch 2.0

het herdersleven betreffend; betrekking hebbend op het herdersleven, of meestal op een idyllische, verheerlijkende voorstelling daarvan; arcadisch; herderlijk; pastoraal

Algemene voorbeelden


Bonpa zal wel een verlegen herder zijn, een bescheiden man die niet kan bevroeden dat zijn herdersliederen voor ons een kultuurbezit uitmaken. - Zing het toch maar eens, zei ik, zo maar eens voor mij, zonder de bandopnemer. Hij sputtert tegen, hij schudt het hoofd, maar ik wil koste wat het kost dat bucolische lied horen.

Zoals zand tussen de vingers, Jos Ghysen,

De grote kuddes vee, die grazen in de velden, zijn natuurlijk bij uitstek een bucolisch element. De herders worden zelfs erbij vermeld, als een soort extra, bijna expliciete verwijzing naar de herderspoëzie van Theokritos.

http://webcache.googleusercontent.com/search?q=cache:PD3ZH84pGE4J:www.xs4all.nl/~warrink/plaatjes/Scriptie-opbouwvaneerstedeel-22aug.doc+%22bucolisch%22+herder&cd=26&hl=nl&ct=clnk&gl=nl&lr=lang_nl&source=www.google.nl