buikpijn hebben van iets 1.0
over iets inzitten; zich ergens zorgen over maken
Algemene voorbeelden
Als de burgers buikpijn hebben van criminaliteit en het wordt aangepakt, dan voelen ze zich gehoord en verbetert de veiligheidsbeleving.
Overigens zal Van Peppen nog weleens buikpijn hebben van zijn beslissing om F91 Dudelange af te slaan: de Luxemburgse club plaatste zich dit seizoen voor de groepsfase van de Europa League en trof AC Milan.