cashpoint


cashpoint 1.0

(business, economie en financiën; (vooral) in België; neologisme)

elektronische machine waarmee gebruikers zelfstandig bankdiensten kunnen uitvoeren, zoals het opnemen van contant geld of het raadplegen van een banksaldo; bankautomaat; geldautomaat; pinautomaat
Cashpoint kan ook staan voor een ruimte, bv. een kiosk, waarbinnen zich meerdere geldautomaten bevinden of voor een rijtje geldautomaten.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een cashpoint…

is een automaat; is een voorwerp

      Algemene voorbeelden


      De inwoners van Rijkevorsel kunnen binnenkort cash afhalen in Sint-Jozef. De gemeente heeft een akkoord met Batopin om daar een cashpoint te realiseren. Het cashpoint zal op Sint-Jozef komen ter hoogte van nummer 20.

      Het Laatste Nieuws,

      In het nieuwe cashpoint in de Hasseltse Demerstraat werkt amper één van de vier bankautomaten die nog resten in de stad.

      Het Nieuwsblad,

      Binnenkort kent Zottegem opnieuw vier cashpoints. Naast de twee cashpoints in het centrum, krijgt ook Sint-Maria-Oudenhove binnenkort zijn eigen automaat én gaat het stadsbestuur op zoek naar een geschikte locatie in Velzeke. Na Sint-Maria-Oudenhove krijgt ook de dorpskom van Velzeke er binnenkort een cashpoint bij. Het stadsbestuur en de uitbater van de cashpoints, Batopin, bereikten daarover een akkoord. "We gaan nu op zoek naar een geschikte locatie, en willen daarom een oproep doen aan de Velzekenaren", zegt burgemeester Evelien De Both (N-VA). "Het cashpoint kan zowel in de muur van een pand geplaatst worden, of als een aparte kiosk op een parking."

      Het Laatste Nieuws,

      Etymologie


      Aard herkomst leenwoord
      Vroegste datering 2022
      Brontaal Engels
      Vorm in brontaal cashpoint
      Betekenis in brontaal idem