ceintuur 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een ceintuur…
is een band; is een voorwerp
- [Vorm] is meestal lintvormig en variabel in breedte, maar in verhouding tot de lengte smal
- [Materiaal] is meestal gemaakt van zachte stof, bijvoorbeeld katoen, en soms ook van leer of metaal
- [Geheel] hoort bij een kledingstuk, bijvoorbeeld een badjas, jas, jurk of rok, maar is ook vaak een los accessoire
- [Functie] wordt gebruikt om een kledingstuk in het middel aan te snoeren, of accentueert, als accessoire, het middel of de taille of is een onderdeel van bepaalde uniformen of kostuums of wordt gebruikt om iets aan vast te maken, bijvoorbeeld een wapen
- [Gebruikswijze] wordt om het middel gedragen
- [Gebruiker] wordt meestal door vrouwen gedragen, maar soms ook door mannen, bijvoorbeeld als onderdeel van een uniform
Algemene voorbeelden
Ze had natuurlijk gehoopt dat door het brede uitwaaieren van de jas de ceintuur los zou schieten maar dat was niet goed bekeken!
Gedaan met de scheve halsuitsnijdingen, de asymmetrische zomen, de ingenieuze lintjes die een half ontkleed effect geven. De mouw die deze zomer afvalt, is helemaal vrij en kan op verschillende manieren rond het lijfje hangen. Maar het meest opvallende item is de ceintuur: nooit compleet, half in, half uit het jasje, met variaties tot op de heupen.
Hij droeg een ruime witte regenjas, de ceintuur losjes om zijn middel geknoopt, een vilten hoed nonchalant op zijn hoofd.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- een gouden ceintuur
- een witte ceintuur
- een zwarte ceintuur
- een zilveren ceintuur
De Kort zei dat de PvdA "een bruidsjurk met een gouden ceintuur" had verlangd en de VVD een "bruidskleed met een decolleté van voren en van achteren".
Hij volgde de lijnen van haar blauwe jurk, strak samengesnoerd met een witte ceintuur en dacht aan de twee, drie gebaren die een vrouw nodig had om zich uit te kleden.
Zij bleef staan toen zij Diana zag. Deze was gekleed in een glanzende cobaltblauwe, strakke jurk met een zilveren ceintuur en donkerblauwe schoenen.
Een stijlvolle, feestelijke chiffon jurk. De onderkant loopt wijd uit en is deels geplisseerd. Het zwarte accent langs de hals en de zwarte ceintuur zijn de opvallende touch aan het ontwerp.
- een zijden ceintuur
Een kris steekt langs zijn rug uit een zijden ceintuur omhoog.
- een brede ceintuur
- een smalle ceintuur
- een wijde ceintuur
Ze droeg het kortste rokje dat ik ooit gezien had, het leek meer een brede ceintuur dan een rokje, en daaronder glansden opengewerkte, helder groene kantkousen.
De nieuwe zomercollectie die 8 maart in het Arsenaal in Naarden getoond zal worden [...] is op de jaren vijftig geïnspireerd. Strakgesneden kokerrokjes, smalle ceintuurs, zwart, marine, camel en veel wit, en daarnaast knalkleuren; oranje, geel, roze.
Accessoires zoals lange sjaals, grote zakken in stro, wijde ceintuurs en antieke metalen sieraden vormen krachtige accenten.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- een (strak) aangetrokken ceintuur
- een aangesnoerde ceintuur
- een geknoopte ceintuur
Een sladood van een meter negentig, zo mager als Pierlala, Aziatische trekken die broeden onder de buulpet, kunstleren driekwartjas met aangesnoerde ceintuur en een bruine terlenkabroek.
Ze had een regenjas aan met een strak aangetrokken ceintuur en ze rookte een sigaret.
Hij droeg een marineblauwe geklede jas met een geknoopte ceintuur.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: met
- een ceintuur met een gesp
Terug in zijn hut begon hij zijn koffer alvast te pakken. De broek die hij gedragen had toen hij met haar danste, de ceintuur met de gesp, de boeken die hij zorgvuldig tussen zijn overhemden legde [...]. Wat er ook gebeuren zou, hij was klaar voor het vertrek.
Voorzetsel: om
- een ceintuur om de heupen
- een ceintuur om het middel
Lorava, die een stuk jonger was, droeg een korte leren tuniek zonder mouwen met een ceintuur om de heupen, van een andere snit dan de kleren die waren uitgespreid.
Bij een drogisterij liep hij naar binnen en hij kocht drie meter pijpdrop voor het blonde meisje dat het ogenblikkelijk als een ceintuur om haar middel wond waar het langzaam smolt.
Voorzetsel: op
- een ceintuur op de heupen
Een reeks rode mantelpakjes met lang jasje en ceintuur op de heupen.
Voorzetsel: overig
- een ceintuur rond de heupen
Het vosje kan ook als ceintuur rond de heupen en dan heeft de metalen bek de staart beet.
Voorzetsel: van
- een ceintuur van een badjas
- een ceintuur van een jas
- een ceintuur van een jurk
- een ceintuur van een kamerjas
- een ceintuur van een kimono
- een ceintuur van een ochtendjas
- een ceintuur van een regenjas
'Une surprise,' zei ze toen ik de deur opende. Ik verontschuldigde me dat ik me net aan het verkleden was. Ze lachte om 'mijn pudeur' en trok aan de ceintuur van mijn badjas.
Neem een soepele band (ev. een ceintuur van een jas, schoenveters aan elkaar geknoopt, etc.), maak van de band een lus met een knoop naar boven.
Ineens was de camera weer terug! Ik weer snel omdraaien met de kauwgum in mijn hand en zing door. Verwissel van hand met de microfoon en de kauwgum zit aan de microfoon, leg mijn hand eroverheen, en frummel 't zo onzichtbaar mogelijk mijn mouw in. Nu hangt het zichtbaar in mijn mouw, dus frummel ik het zo onzichtbaar mogelijk verder afwaarts, naar achter mijn rug, in de ceintuur van mijn jurk.
Hij doolde slonzig rond in de keuken en raakte voortdurend verward in de ceintuur van zijn kamerjas.
Ik zoende haar en maakte onderwijl de ceintuur van haar kimono los.
Ze hield haar hand op de ceintuur van haar ochtendjas en ging naast Jiri zitten.
Met zijn oude vilten hoedje nonchalant achterop zijn hoofd en de ceintuur van zijn regenjas tot een touw verknoedeld om zijn zwaar bovenlijf slenterde hij langs de oude grachtjes.
in voorzetselgroep
- een jas met (een) ceintuur
- een jurk met (een) ceintuur
Ik heb twee dezelfde jassen gepast van H&M in twee maten. Zo'n jas met een ceintuur. Met een warme trui eronder zit de grotere maat goed, ruimvallend, en de kleinere maat een beetje strak (niet te), maar die tekent wel iets mooier af.
Het kostuum bestaat uit een jurk met ceintuur en een halsdoek.