chillen 1.0
(sport en recreatie; informeel; (vooral) gesproken taal)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Chillen…
is een handeling
Algemene voorbeelden
Hallo! Gaan jullie nog een beetje stappen in Amsterdam? Of zijn jullie op weg naar huis? Sorry, maar ik ben een beetje aangeschoten, niet erg toch? Heb je last van mijn sigaret? Dan doe ik hem wel uit, hoor. Wij gaan nog een beetje chillen in het bos. Jointje roken.
Stel dat het over een jaar afgelopen is met de 'echte' house, wat gaat hij dan zelf maken? "Ach, ik zou ook wel eens wat vage sferische tapijtjes willen maken, om thuis naar te luisteren. Dat is meer de 'chill-out' house, lekker liggen 'chillen' op de bank na een feest of vlak ervoor, met een glaasje verse vruchtensap terwijl je je voeten laat masseren. Ook leuk."
Vandaag gechild met Prins Willem A en Maxima op de Holland Expo in Shanghai. Wat een toppers!
Eén ding staat vast: chillen in de chill-room zit er na 1 juli niet meer in.
Behalve met rappen en chillen (ontspannen, een goede tijd hebben) houden sommige bendeleden zich bezig met criminaliteit: overvallen, kleding en snorfietsen stelen, prostitutie en drugshandel.