chubby


chubby 1.0

(neologisme)

mollig; een beetje dik; met een vol figuur; met rondingen; gezet
Chubby wordt soms eufemistisch gebruikt in plaats van dik, omdat het vriendelijker en minder negatief klinkt.

Algemene voorbeelden


Van de Wall pakt een nauwelijks zichtbaar spekrolletje vast boven de rand van zijn boxershort, dat buiten zijn broek steekt. 'Ik ben altijd al een beetje chubby geweest. Maar in plaats van meteen te zuipen, ga ik nu eerst naar de gym.'

Algemeen Dagblad,

Tom Segura, maker van de podcast 'Your Mom's House', ziet er verraderlijk aaibaar uit, als een chubby teddybeer, maar spuit ondertussen de venijnigste teksten, waarin hij het verbale geweld niet schuwt.

nrc.next,

"Wie zouden de drie uitroepen tot meest sexy man van Nederland? Van Langen: "Robert Jensen! Nee hoor, dat is geen grap. Ik houd wel van een beetje chubby types."

Algemeen Dagblad,

W. Park Kerr is uitgesproken chubby.

de Volkskrant,

Etymologie


Aard herkomst leenwoord
Vroegste datering 1999
Brontaal Engels
Vorm in brontaal chubby
Betekenis in brontaal idem