circulaire economie 1.0
(natuur, milieu en energievoorziening; business, economie en financiën; neologisme; neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een circulaire economie…
is een economie
- [Gevolg of resultaat] wordt onder andere bewerkstelligd door de energietransitie
- [Onderscheid of tegenstelling] heeft in tegenstelling tot ons huidige economische systeem geen last van de vervuilende aard en de eindigheid van fossiele energie of van afhankelijkheid van andere landen voor de levering van brandstoffen
Algemene voorbeelden
Vroeg of laat krijgt ook u ermee te maken: de circulaire economie. Een economie waarbij we slimmer omgaan met grondstoffen. Het kabinet zet hier vol op in. Bedrijven moeten in 2030 minimaal 50% minder mineralen, fossiele grondstoffen en metalen gebruiken. Dat is hard nodig om klimaatverandering tegen te gaan.
De circulaire economie is een economisch systeem, bedoeld om herbruikbaarheid te maximaliseren en waardevernietiging van producten en grondstoffen te minimaliseren. Dat is anders dan in het huidige lineaire systeem, waarin grondstoffen worden omgezet in producten die na verbruik worden vernietigd. Het circulaire systeem kent twee kringlopen van materialen. Een biologische kringloop, waarin reststoffen na een cascade van verbruik veilig terugvloeien in de natuur. En een technische kringloop, waarvoor product(onderdelen) zo zijn ontworpen en vermarkt dat deze op kwalitatief hoogwaardig niveau opnieuw gebruikt kunnen worden. Hierdoor blijft de economische waarde zoveel mogelijk behouden. Het systeem is dus ecologisch en economisch gezien 'restauratief'. Voor een circulaire economie moet het roer stevig om, binnen de context van de huidige realiteit. Een 'evolutionaire revolutie', in de woorden van prof. Jan Rotmans. De belangrijkste principes van de circulaire economie zijn: 1.Waardebehoud wordt gemaximaliseerd door eerst te kijken naar producthergebruik, vervolgens hergebruik van onderdelen en als laatste hergebruik van grondstoffen. 2.Producten worden zo ontworpen en gemaakt dat deze aan het eind van de gebruiksfase makkelijk demontabel zijn en materiaalstromen eenvoudig gescheiden kunnen worden. 3.Tijdens productie, gebruik en verwerking van het product worden geen schadelijke stoffen uitgestoten. 4.De onderdelen en grondstoffen van 'gebruiksproducten' (zoals een lamp) worden hergebruikt zonder kwaliteitsverlies (bijvoorbeeld in een nieuwe lamp, maar wellicht wel in een nieuwe laptop, bijvoorbeeld). 5.De grondstoffen van 'verbruiksproducten' (zoals tandpasta) zijn biologisch afbreekbaar en worden (na eventuele onttrekking van nog waardevolle grondstoffen) teruggegeven aan de natuur. 6.Producenten behouden het eigendom van gebruiksproducten, klanten betalen voor het gebruik ervan, niet voor het bezit. 7.Omdat de prestatie van het product de waarde bepaald, wordt het leveren van de juiste kwaliteit extreem belangrijk voor de producent. 8.Een van de meest belangrijke succesfactoren is (cross-sectorale) ketensamenwerking gericht op het creëren van meervoudige waarde. Hierbij vermeerdert niet alleen de economische waarde van alle bedrijven in de keten, maar ook de ecologische en sociale waarde.
Produceren met minder grondstoffen, zoals plastic, daar draait het om in de circulaire economie.
Door apparaten en lampen te recyclen tot nieuwe grondstoffen, kunnen weer nieuwe producten worden gemaakt. Zo ontstaat een cirkel van produceren, gebruiken, inleveren, recyclen en wederom produceren. Dit wordt daarom de circulaire economie genoemd.
Etymologie
Aard herkomst | inheems of leenwoord |
---|