clubgebonden 1.0
Algemene voorbeelden
Identificatie met Oranje is niet meer vanzelfsprekend. Of de gekte helemaal is uitgewoed, moet natuurlijk nog blijken. De tenniswedstrijd voor de Davis Cup eind maart tegen Duitsland zal wat dat betreft een interessante indicatie worden. Maar dat het volk zich, omwille van een trainingsspotje, niet massaal tegen Ajax zal keren, is al evident. Ajax zal slechts clubgebonden haat over zich heen krijgen.
De supporters in België zijn ook wel clubgebonden, maar in Newcastle bijvoorbeeld loopt de hele stad rond in de wit- en zwartstrepen van United.
Meestal organiseren de verschillende clubs jaarlijks een toertocht vooral gericht op aangeslotenen bij de Kanobond en de respectievelijke clubs. Meestal kan je als individu hierbij wel aansluiten mits een kleine onkostenbijdrage en genieten van de logistieke ondersteuning. Het aantal deelnemers verschilt enorm volgens tocht en weersomstandigheden. De gegevens over deze toertochten zijn meestal het voorwerp van clubgebonden publicaties en worden enkel verspreid onder de leden.
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- clubgebonden basketballers
- clubgebonden bestuurders
- clubgebonden golfers
- clubgebonden sporters
"Het betaalde voetbal is zoals elke bedrijfstak gebaat bij continuïteit. In het amateurvoetbal blijft het verloop wel beperkt. Je merkt nu dat de afgevaardigden van die afdeling in het bondsbestuur vaak beter op de hoogte zijn van de materie dan hun collega's van de profs. Ik zie geen grote nadelen in clubgebonden bestuurders. Voor een bestuursbesluit is altijd nog een meerderheid nodig."
"Laat die jongens die louter voor het grote geld kiezen maar vertrekken. Dat maakt de weg vrij voor de meer clubgebonden basketballers. Zij krijgen hierdoor de kans om zich te ontwikkelen."
Het aantal niet clubgebonden golfers ('witten') neemt sneller toe dan het aantal clubgebonden sporters.
Het aantal clubgebonden golfers is gestegen tot 83.350 in 2000.
De kentering in de samenstelling van het sectiebestuur is volgens Huijbregts vooral ontstaan door het besluit om na het bestuur-Van der Louw, waarin Ton Harmsen (Ajax) en Renze de Vries (FC Groningen) zitting namen, geen clubgebonden bestuurders meer in het college op te nemen.