crossfit 1.0
(sport en recreatie; politiek en bestuur; neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Crossfit…
is fitness; is sport; is een bezigheid
- [Attribuut] wordt gedaan met behulp van verschillende attributen, bv. gewichten, touwen, zakken en allerlei fitnessapparaten
- [Samenstelling] bevat elementen van krachtsport, atletiek en gymnastiek
- [Doel of bestemming] wordt beoefend als sport of gedaan als tijdverdrijf
- [Plaats] wordt vaak uitgevoerd in een fitnesscentrum
- [Betrokkene] wordt vaak in een groepstraining gedaan
Algemene voorbeelden
"Ik heb de voeding en Lars de sport. Dat samen combineren, dat krijg je bijna nergens." Lars: "Buiten alle diploma's die we samen hebben, hebben we ook veel ervaring. Sheryl was eerst heel veel bezig met crossfit en is daarna overgestapt naar hardlopen en triathlons. Ik ben all-round eigenlijk, was eerst voetballer en ben daarna gaan hardlopen. Ik heb verschillende marathons gelopen en werk nu aan de Ironman, dus echt zware sport."
"Mijn vlotheid is terug, al moet ik soms harder nadenken om een woord te vinden." De grootste confrontatie vindt ze dat ze voordien supersportief en lenig was. "Ik ging drie keer per week lopen, deed halve marathons, kungfu, crossfit, en deed alles met de fiets. Het is zo vreemd om je stram en vast in je lichaam te voelen. Thuis trappen doen, vergt veel, ook om mijn eigen eten te maken", zegt ze.
Veel agendahedonisten sporten om het ongezonde weekend te compenseren en het lichaam te 'resetten' van alle chemicaliën – een moderne variant van de aflaten. Neem deze dertigjarige vrouw, werkzaam bij een digitaal bureau in Haarlem. Doordeweeks leeft ze onder een strak gezondheidsregime: drie keer per week crossfit en alleen maar salades en kip als avondeten. Voor haar is uitgaan "een uitlaatklep, een manier om mijn energie kwijt te raken." Dan drinkt ze en neemt ze op zijn tijd een pilletje. In de zomers is dat nog heftiger.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- crossfitabonnement
- crossfitapparaat
- crossfitfiets
- crossfitfinale
- crossfitinstructeur
- crossfitklasje
- crossfitkleding
- crossfitkleren
- crossfitles
- crossfitoefening
- crossfitoutfit
- crossfitpolsband
- crossfitrage
- crossfitschoen
- crossfitshirt
- crossfittrainer
- crossfittraining
- crossfitwedstrijd
- crossfitwork-out
Overige woordfamilieleden
Etymologie
Aard herkomst | leenwoord |
---|---|
Vroegste datering | 2008 |
Brontaal | Engels |
Vorm in brontaal | CrossFit |
Betekenis in brontaal | idem |
Datering in brontaal | 2000 |
Samenhangende woorden (vorm) | crossfitten; crossfitter |