damesachtig 1.0
lijkend op een dame; als (van) een dame; zoals men van een dame verwacht
Algemene voorbeelden
Zijn vrouw was een mollige Duitse, niet opvallend knap en zelfs niet erg damesachtig.
Ze zat er wel damesachtig bij met haar benen over elkaar en ik merkte dat ze zelfs over mij wilde moederen, waar ze niet te ver in moest gaan of ik ging het irritant vinden.
Ze stond me buiten het station op te wachten, weer aandoenlijk damesachtig in de herfstige zeewind die op het plein rondtolde.
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- damesachtige pasjes
Met kleine, voor haar ongewoon damesachtige pasjes, liep ze weg en sloeg de eerste zijstraat in.