de goden zijn iemand of iets welgezind 1.0
de goden zijn iemand of iets gunstig gestemd; iemand of iets heeft geluk
Algemene voorbeelden
De voetbalgoden waren hem welgezind (wellicht omdat hij ieder moment vader kan worden en daarom pas dinsdag zelf in België opdook) en lieten zijn projectiel afketsen op een Brugs been, zodat Verlinden compleet "gezien" was.
Hopelijk blijven de goden de eilanden wat welgezind want, voor of na Darwin, een "struggle for life" zal het hier wel blijven.